United States or Dominican Republic ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Kom, kom!" gaf de heer van Koslou ten antwoord, "ik kan in alles wat ik doe, geen enkel spoor van buitengewone menschlievendheid zien, noch van eene zoo groote goedheid! Het is enkel mijn pligt, het is alleen dankbaarheid!" "Dankbaarheid?" vroeg August, thans nog meer verwonderd; "dankbaarheid? Maar nu begrijp ik het nog minder!

Ook George werd nieuw in de kleederen gestoken, en een valies, dat de heer van Koslou hem schonk, werd door diens gade met linnen en andere benoodigdheden vol gepropt. Dus ook deze had aan alle kanten reden van tevredenheid. De graaf moest langer te Petersburg verwijlen dan hij gedacht had. De oorlog in Duitschland maakte het nog altijd moeilijk en gevaarvol om zich derwaarts te begeven.

Doch zoodra Koslou zijnen vriend bij diens naam voorstelde, en tot haar zeide: "graaf August van Sterreveld!" riep zij uit: "o, zijt gij het, heer graaf!" en wilde hem, met tranen in de oogen de hand kussen.

Voordat hij er aan dacht, was August reeds in Petersburg aangekomen. Het huis, dat de heer van Koslou hier bewoonde, geleek wel een paleis. Koslou stelde den graaf aan zijn gade en zijne kinderen als zijnen grootsten weldoener voor.

De heer van Koslou liet thans fijn linnen en goed voor onderkleederen uit eenen der beste winkels komen, en ontbood tevens eenen kleedermaker, iemand, die epauletten kon vervaardigen, enz., ten einde August zich, volgens zijnen stand als ridmeester, behoorlijk zou kunnen kleeden. "Gij hebt mij ook wel tweemaal nieuw gekleed!" zeide hij tot August.

Verbaasd staarde August den spreker aan, terwijl hij ongeloovig met het hoofd schudde. Het kwam hem langzamerhand voor den geest, of hier welligt eenig misverstand hadde plaats gevonden! Nu vroeg de heer van Koslou: "hebt gij niet eens honderd gulden aan eenen armen, bedelenden jongen geschonken!"

Wanneer gij toevallig het een of ander mogt noodig hebben, wees dan zoo goed, even met de zilveren bel te schellen, die ik op uw nachttafeltje gezet heb. Ik zal dan oogenblikkelijk verschijnen." August en George blijven nog altijd in het huis van den heer van Koslou.

Op den dag vóór het vertrek geleidde de heer van Koslou den graaf in zijn groot magazijn van wagens, en schonk hem eene allerfraaiste reiskoets. "Ziet gij," zeide hij, vriendelijk glimlagchende, "alles op deze wereld is toch ergens goed voor! Dikwijls echter kunnen wij dat eerst jaren later inzien. Het gebroken rad aan uwen wagen brengt u nu een geheel nieuw rijtuig op.

Zou ik u dan bij mogelijkheid ooit eene dienst hebben kunnen bewijzen, die u eenige verpligting te mijnen aanzien oplegde, u, dien ik vroeger nooit gezien heb?" "Hoe!" riep Koslou uit, "gij zoudt mij vroeger nooit gezien hebben? Nu, zet u dan eens bij mij neder en luister. Mijn geheele vermogen, dat waarlijk niet gering is, heb ik u te danken! Aan u ben ik al mijn geluk verschuldigd!"

August las veel in de boeken van den heer van Koslou. Het waren voor het grootste gedeelte geschriften, die eene godsdienstige strekking hadden; ook vond hij vele reisbeschrijvingen en andere leerzame werken, in de Engelsche, Fransche en Duitsche talen geschreven. Ook was daarvoor zorg gedragen, dat hij wekelijks eenmaal de nieuwsbladen ontving.