Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 november 2025
Ongetwijfeld waren dit de personen, welke men te Bolderhout plechtig wilde inhalen; want de krielende menigte begon zich bij den ingang des dorps op te hoopen en de lucht met blij geschater te vervullen. De koets naderde. Daar ontsnapte den verschietenden dorpelingen een angstkreet.
Onze kleine morsbroekjes zijn anticipaties op volwassen menschen. Voor hen bestaat, van moeders schoot af, geen enkel vroom bedrog, geen enkele wonderbaarlijke jokken meer. Moeder de Gans is veracht; zij weten, dat al wat zij vertelt onmogelijk is, dat er nooit katten geweest zijn, die spreken konden, dat er geene moei ter wereld uit een pompoen eene koets kan maken: zij weten, dat St.
Zij heeft hem gekend in haar jeugd. Zij hadden elkaar liefgehad, terwijl hij huisonderwijzer was op het buiten van haar vader, maar haar trotsche familie belette het huwelijk. En nu komt zij den Brobyheuvel oprijden om hem te zien, vóór zij sterft. Alles wat het leven haar nog geven kan is den geliefde van haar jeugd weer te zien. De deftige oude dame zit te droomen in haar koets.
Daarop zetten zij den soldaat in de koets van den koning, en de drie honden dansten voorop en riepen: «Hoera!» En de jongens floten op hun vingers, en de soldaten presenteerden het geweer. De prinses kwam uit het koperen kasteel en werd koningin, en dat beviel haar heel goed. De bruiloft duurde acht dagen, en de honden zaten mee aan tafel en zetten groote oogen op.
Te huis gekeerd, vereenigden wij ons in de zijkamer, om aldaar de gasten af te wachten, die Tante ten eten genoodigd had, bestaande, behalve uit de beide Heeren Blaek, uit mijn nieuwen compagnon, den Heer Van Baalen, en uit zekeren Kapitein Pulver, die voor de firma voer. Niet lang duurde het, of de koets van den Heer Van Baalen kwam het hek binnenrijden.
Toch werd hij niet boos, want een dag of wat later zond hij haar als speelgoed een koets met een gelaarsde kat er voor en het sprookje van Perroult ten geschenke.
De zoon zegt tegen zijn vader: »Nu zal ik een groote hazewind worden, dan kun je veel geld met mij verdienen.« De heer uit de koets roept: »man, wil je dien hond verkoopen?« »Ja,« zegt de vader. »Hoeveel geld moet je er voor hebben?« »Dertig rijksdaalders.« »Nou, dat is veel! maar omdat het zoo'n deksels mooi dier is zal ik hem nemen.« De heer neemt den hond in de koets.
Om 3 uren na den middag vertrokken wij naar Bagnères, met een Berline (groote koets) met drie paarden, die wij met ons vijven voor £
Als zij een eindje zijn doorgereden, springt de hond uit de koets door het glas, en toen was hij geen hazewind meer, en hij kwam weer bij zijn vader. Zij gingen toen samen naar huis. Den volgenden dag is er in het naaste dorp markt.
En zie daar! daar kwam de eige Zuster der drie Gratiën, geheel vrolyk, geheel leven, geheel ziel, keurlyk gekapt, en op eene edele wys eenvoudig gekleet, aanzweven. Ik hielp de Dames in de koets; en, toen ik er by was, sprong haar knegt by den mynen agteröp. Myne Loge alleen was nog ledig; alle oogen waren op ons. De Weduwe is niet jong meer, maar waarlyk nog eene zeer schone Vrouw. Myn Wicht?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek