Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 oktober 2025
De gelederen, straks nog welgevuld, waren gedund; het getal der levenden verminderde bijna zichtbaar. De grond was op verscheidene plaatsen rood van bloed. Niet ver van deze afschuwelijke tooneelen en recht voor haar, gelijk aan een oase, die zich te midden van de woestijn vertoont, stond de boerderij van Kniesj, door bloemen omgeven, die een heerlijken geur uitwasemden.
Hij is niet veraf. Wil je weten, wat hij je te zeggen heeft?" De oogen van Maroessia antwoorden voor haar; de vreugde had haar de spraak benomen; maar Kniesj had haar begrepen en haar een wenk gegeven om hem te volgen. Hij ging heen en liep met een vasten stap naar het voorplein.
Van tijd tot tijd voelde het meisje, dat een stevige hand haar op gevaarlijke plaatsen vasthield. Zoo bereikten zij eindelijk de onderste trede. Kniesj nam haar toen bij de hand, en zij begonnen voort te loopen door een gang, waarin het een tijdlang donker bleef. Bij een kromming drong er een lichtstraal van boven door, die het onderaardsche gewelf verlichtte, dat op die plaats veel ruimer was.
"Dat doet er niet toe," zei de oude muzikant, terwijl hij zich in zijn volle lengte oprichtte. "Ik moet dat alles van nabij zien. Ik zal er zelf naar toe gaan." Maroessia ging naar Kniesj toe en zei, terwijl zij een vriendelijken blik op hem sloeg: "Ik heb een gewichtigen dienst van u te vragen." "Spreek op, beste meid." Zij nam hem bij de hand.
"Ken je Kniesj?" "Ik ken hem, hij komt dikwijls bij ons." "Zal hij je goed ontvangen?" "Dat weet ik niet ... ik denk het wel?" "En als hij je eens slecht ontving?" "Maar hij zal ons nooit kunnen verraden, niet waar? Het is een vriend... O neen! een vriend van vader kan geen verrader zijn."
De groote hond, Raaf genaamd, die bij de deur zat, was in een paar sprongen bij zijn baas, ging op zijn achterpooten zitten en wachtte, terwijl hij zijn schrandere oogen op den boer gevestigd hield. "Is er geen vreemdeling in de omstreken, Raaf?" zei Kniesj tegen den trouwen bewaker van zijn huis. Raaf deed een eigenaardig geluid hooren, dat aan zijn baas duidelijk zeide: "Wees maar gerust!"
"Wel, Taras, wat doe je daar?" vroeg de oude Kniesj, na weer een flesch voor zijn gast neergezet te hebben. "Is het nu de tijd om daar te staan luieren? In jou plaats zou ik eens zijn gaan kijken, of het tijd is om hooi aan de ossen te geven." "Wilt u wel gelooven, Mijnheer Iwan!" voegde de grijsaard er bij, "dat ik in Taras een flinken werkman heb?
Daar hij zijn grap zonder twijfel aardig vond, vervolgde hij met een guitig gezicht: "Ik vraag je, of je tot drie kunt tellen? Hoe doe je dat? Laat eens hooren!" "Met alle genoegen, Mijnheer Iwan," antwoordde Kniesj.
"Word wakker," zei hij tegen hem, "en laat ons de anderen wakker maken! Tsjetsjewiek heeft volkomen gelijk!" Zich daarop tot den afgezant wendende, vervolgde hij: "Op den bepaalden dag zal de geheele Ukraine op de been zijn; de vrouwen en de kinderen zullen er zich ook in mengen, als het noodig is." De oude Kniesj was al weer in de boot gestapt.
"Wij zijn niet rijk op het punt van den tijd," zei Kniesj tegen dengene, dien hij Tsjetsjewiek noemde. "Het is er maar om te doen, niet arm in hulpmiddelen te zijn," gaf deze hem ten antwoord.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek