Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 oktober 2025


Maroessia was eindelijk met den ouden boer alleen gebleven. Deze keek haar nu oplettend aan, en wel op zoo'n zonderlinge wijze, dat haar hartje hevig begon te kloppen. In het geheele voorkomen van Kniesj was eensklaps een verandering gekomen. Met den ouden boer had plotseling een gedaanteverwisseling plaats gegrepen.

De oude Kniesj noodigde zijn gast uit om plaats te nemen. "Ik mag de ververschingen niet vergeten," zei hij. "Dat zal spoedig gedaan zijn, dat zal spoedig gedaan zijn..."

"Er is geen twijfel mogelijk, het is van onzen kant, dat het gevecht begonnen is. Voorwaarts! Het zijn de onzen, die strijd voeren." "Heidaar, Iwan! Je moet den wagen maar tot aan het huis van dien Kniesj begeleiden en de zaak van het hooi in orde brengen. Voorwaarts!"

"Dat is het lot van hen, die aan allen toebehooren; zij behooren niet aan zichzelf toe." "Maar de andere hetman, hoe staat het daarmee?" liet Kniesj hierop volgen. "Die," hernam Tsjetsjewiek, "die is een man, en als allen waren zooals hij, zou er nog niets verloren zijn.

Met deze woorden gaf Kniesj de luit aan de kleine bedelares in handen. "Komaan, het is tijd om te vertrekken," zei hij. "Ik zal jullie een eindje vergezellen en vóór het vallen van den avond naar huis terugkeeren."

Het was duidelijk te zien, dat hij den ouden Kniesj voor een onnoozelen en dommen kerel hield, en dat hij eigenlijk aan niets anders dacht dan aan zijn taartjes: wat de zaak van het hooi aangaat, die zou later wel ter sprake komen. Maroessia had er zich eerst mee bezig gehouden, den grooten wagen op het voorplein te brengen. De kleine Taras had haar daarbij geholpen.

Zij stond bedaard op en zei tegen den ouden Kniesj: "Ik zal met Taras meegaan." "Doe dat, beste meid!" antwoordde de grijsaard. En toen zij hem voorbijliep, strekte hij de hand uit en streelde haar zachtjes over haar lokken.

Maroessia bleef alleen met dien Iwan, die het bevel ontvangen had, haar wagen tot aan het huis van Kniesj te begeleiden en de zaak van het hooi in orde te brengen. "Vooruit maar, kleine meid!" zei Iwan tegen haar, terwijl hij zijn pijp opstak. Maroessia keek Iwan aan en vond, dat hij er als een egel uitzag. "Kom, schiet een beetje op!" herhaalde hij op een strengeren toon.

"Het kind heeft gelijk," zei Kniesj, "daar zijn ze." "Stil!" beval de groote vriend. De boot vloog ten gevolge van de verdubbelde inspanning der beide roeiers over het water heen, en al spoedig herkende Maroessia, ondanks den verren afstand, in de beide mannen, waarnaar zij had gewezen, oude kennissen.

De oogen van Maroessia zochten aan den kant van den ouden kelder naar den hoop steenen, die met mos en onkruid bedekt was en vanwaar de stem van haar vriend tot haar was doorgedrongen; maar Kniesj ging daar niet heen. Na om zich heen gekeken te hebben, floot Kniesj.

Woord Van De Dag

sanktie

Anderen Op Zoek