Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juni 2025


Na verscheiden andere avonturen, kwam Amadis met Gandalin aan het Hof van Koning Perion van Gallië aan. Zij hadden nog slechts eenige oogenblikken gerust, toen zij de klaroenen van Koning Abies van Ierland hoorden schallen voor den aanval op de stad. Zij bestegen dadelijk hunne strijdrossen en deden met Agrayes en andere ridders een uitval naar het vijandelijk leger.

En nauwelijks heeft hij uitgesproken, of luide klinkt het gekletter der bazuinen en klaroenen. Zijne uitdaging wordt aangenomen, want een andere ridder rijdt het perk binnen en plaatst zich tegenover den Heer van Haemstede. Uit zijn wapen, een geharnasseerden keelen liebaard op goud, blijkt, dat hij tot het edele geslacht der Brederodes behoort. De strijd begint.

Slechts weinigen gelukte het een dubbele overwinning te behalen en met het zegeteeken op de punt hunner lans het eind der baan te bereiken. De krijgsmuziek, welke zich gedurende dezen strijd had doen hooren, zweeg nu op eens en werd door een kort geschal der klaroenen vervangen, hetwelk den afloop der eerste ontmoeting aankondigde.

Telkens vinniger trokken de Hollanders, by het schetteren der klaroenen, by het kraken en dreunen hunner geschut- en beukwerktuigen, ten storm; sloegen hunne ladders aan de wallen, en stegen by hoopen onder beschutting van het schilddak op telkens werden zy met bebloede koppen te rug geworpen.

Onder het schetteren van bazuinen en klaroenen keerden de edelen naar den burcht terug, waar zij zich van hunne zware rustingen ontdeden en die verwisselden voor sierlijke lijfrokken en kostbare mantels. Nauwelijks waren zij daarmede gereed, of reeds werd het teeken gegeven, om aan den feestdisch te verschijnen.

Met schetterende klaroenen en wapperende banieren was de Bisschop zijns vijands helpers tegen getrokken; reeds richtte hy er een geduchte slachting onder aan; reeds was een deel der tegenstanders te rug gedeinsd, en reeds vleide hy zich met eene volkomene overwinning.

Maar o, van die vrienden, ze hadden zijn mooi leven die twee jaar lang verpest met hun brieven. Eerst waren ze opgehouden te komen; dat was wel begrijpelijk geweest, ieder had het natuurlijk druk, 't broeide al zoo, toen hij wegging. Hij zelve had ook de handen vol; 't was niet gemakkelijk zoo in eens op zich zelven te moeten rekenen, zoo in eens te worden gezet heelenal voor eigen kunnen. 't Ging in den eersten tijd goed, mooie dingen zien, af en toe een vriendelijken brief, zoo was men ten minste niet alleen in de wereld. Maar 't duurde niet lang, toen was er in eens, na lang zwijgen, een brief gekomen, een brief als een plank, maar geen hartelijkheid meer, en geen van zelven gaan; gepraat van ouwelijke jeugd en wijs geredeneer.... wat.... die brief rook vijandig.... wat was er toch gebeurd?.... een tijdje later wist hij het; wat vroeger bepraat was geworden op kamers of in cafés, dat werd nu openbaar gemeend, er werd gevochten.... dat had mooie brieven gegeven, brieven die als oorlog waren, lustig van den krijg, en wreed als strijd is, brieven, waarin zinnen die als klaroenen klonken; maar daar waren ook andere, bazige brieven, met veel langdradig geleuter over anderen, en weinig mooi vertel van eigen doen.... Hij voelde het wel.... al stond het niet in de regels.... hij was gezet door de vrienden aan den kant van den vijand, zoo in eens maar.... jawel, maar bliksem, dat was toch larie.... och, wat hadden al die meeningen hem een last gegeven.... hij, die daar in dat vreemde en liefelijke land maar niets thuis was, en er toch geen oogen en vingers genoeg had, die alles wel had willen vasthouden in dat land zonder nevel, waar de eeuwige zon hem zoo begon te plagen en ziek maakte, tot hij er als een sjouwerman werkte, planloos, bang in klein-burgerlijk plichtbesef van te kort te komen, van niet genoeg te zullen kunnen laten zien van al wat hij gezien had.... En hoe was hij dikwijls met het beeld van een vriend op reis en aan 't werk geweest, d

Reeds was de kerk gevuld met het aanzienlijk getal genoodigden, toen de klank van trompetten en klaroenen de komst des Graven verkondigde, die kort daarop uit eene der zijdeuren, welke gemeenschap had met het klooster, te voorschijn kwam, voorafgegaan en vergezeld van zijn doorluchtig geslacht en van zijn gewoon gevolg, allen op 't schitterendst uitgedost.

Eensklaps kwam een koerier, met belletjes aan den gordel, voorbijgeloopen. Daar komt de baljuw, de hoogbaljuw van Damme! riep de voetlooper. En aldus liep hij tot aan het Schepenhuis, om er de burgemeesteren en schepenen samen te roepen. Toen hoorde Nele, in de volslagen stilte, twee klaroenen schallen.

De honden zelfs schenen door hunne droevige houding aan te toonen, dat het zondag was, en dat ze niet mochten draven, of gekheid maken, of elkaar beleefdheden bewijzen als op andere dagen. Daar treft op eens een vroolijke fanfare, een helsche muziek van trommels, cimbalen, fluiten en klaroenen mijn oor.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek