Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juli 2025


"Wist ik maar, hoe ik in hunne taal zeggen moet, dat ik grooten honger heb!" riep Max Huber, spotziek als altijd. Van de drie gevangenen was Khamis de stilste. Hij had natuurlijk geen verstand van dierkundige vraagstukken en voor hem konden deze wezens niets anders zijn dan dieren, en wel apen.

John Cort, Max Huber en Khamis voegden zich dadelijk bij hem en een paar minuten bleven zij scherp luisteren, gereed om in geval van nood dadelijk te vluchten. Maar noch in de hut, noch daar buiten werd eenig gerucht gehoord. Max Huber trad het eerst binnen, op den voet gevolgd door de anderen, die de deur achter zich sloten. De hut bleek te bestaan uit twee ineenloopende vertrekken.

Khamis dacht er dan ook maar over om de afgevallen takken te gebruiken, die met lianen bijeen te binden, en er een vloer over te maken van vastgestampte aarde en wortels. Een vlot van twaalf voet lengte en acht breedte zou voldoende zijn, om het viertal te vervoeren en des nachts zou men aan den oever kunnen slapen.

Misschien was de negerknaap wel juist verdronken, omdat hij zijn beschermeling had willen redden! De drie overgeblevenen hadden nu geen vuurwapens, geen patronen, geen gereedschap of kookgerei meer, niets dan een paar zakmessen en de bijl, die Khamis in zijn gordel had gedragen.

Khamis was eigenlijk de eenige, die zijn koelbloedigheid bewaarde. Hij had twee revolvers in zijn gordel, de karabijn in de hand en wachtte, wat gebeuren zou. Urdax raasde en tierde over het verlies zijner goederen en scheen aan het dreigend gevaar weinig te denken. Llanga toonde wel is waar geen vrees, maar volgde Max Huber op den voet.

Het bleek een ijzeren kistje te zijn, dat daar bijna geheel in den grond begraven was. Khamis groef het op, opende het en de inhoud bleek te bestaan uit een honderdtal volkomen onbeschadigde patronen. "Dank, brave dokter!" riep Max Huber, "mogen wij u ooit dezen dienst kunnen vergelden!"

Zij zullen niet ver af zijn, want hier hebben zij gekampeerd, hier heeft hun vuur gebrand, en kijk, daar gloeien zelfs nog enkele stukken hout!" "Nu, ik geloof, dat zij ver weg zijn", hernam de onbezorgde Max Huber, "maar hoe het zij, ik ben dood van den slaap. Kom aan, Llanga, ga ook liggen. Ik ga slapen, wel te rusten!" John Cort haalde de schouders op en bleef met Khamis praten.

"Wij moeten iets voor den dokter doen." "En wat dan?" vroeg de Amerikaan nieuwsgierig. "Wij moeten deze rivier naar hem noemen." Niemand had daar iets tegen en dus zou men voortaan kunnen spreken van de Johausen-rivier. De nacht ging rustig voorbij, en noch John Cort, noch Max Huber, noch Khamis, die beurtelings waakten, hoorden ook maar een enkel woord.

"De muskieten zijn niet ver meer af!" merkte Khamis droogjes op. De plantenwereld begon van aanzien te veranderen, er vertoonden zich insekten, die men tot dusver niet gezien had, reusachtige, afschuw wekkende duizendpooten, maar ook wespen en de beruchte tsetsé-vlieg.

Volkomen onverschillig voor die eer, onderzocht Khamis de planken en balken van het vlot. De laatsten waren nog in goeden staat, van de eersten zouden eenige vernieuwd moeten worden, maar dat was niet erg, een heel nieuw vlot behoefde men nu in elk geval niet te maken, met enkele reparaties was men klaar! Maar de twee vrienden konden over die vreemde vondst maar niet zwijgen.

Woord Van De Dag

camerinus

Anderen Op Zoek