Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juli 2025
"Omdat Arne Saknussemm wegens ketterij werd vervolgd en zijne werken in 1573 te Kopenhagen door beulshanden werden verbrand." "Zeer goed! In orde!" riep mijn oom tot groote ergernis van den professor in de natuurwetenschappen. "Wat zegt gij daar?" vroeg deze.
Door verdubbelde strengheid poogde Titelman in zijn district de ketterij te fnuiken; een ontelbaar aantal proeven van zijne wreedheid wordt er verhaald, slechts ééne daarvan willen wij onze lezers meedeelen.
Zelfs ons stekeblind moederschap begint die deur te openen; en zoo zijn wij ten slotte genaderd tot de studie van kleine kinderen, wij leeren hun behoeften en gaven kennen en zien dat de opvoeding moet beginnen op het oogenblik dat het leven aanvangt. Het is geen gewaagde ketterij te beweren dat kleine kinderen een beter opvoeding noodig hebben dan de individueele moeder hun geeft.
Drie of vier jaren geleden liet Renaus eenige rupsen in een huis te San Fernando onder bewaking van een meisje achter, dat ze zou voeden, opdat zij later in kapellen zouden veranderen. Dit werd ruchtbaar in de stad; de gouverneur en de geestelijken hielden raad, en meenden dat hier ketterij in 't spel moest zijn. Diensvolgens werd Renaus bij zijn terugkeer gevangen genomen.
Hoewel hij hierdoor de bepalingen van het edict van tolerantie nog niet eens vervulde, ook te Doornik hadden vóór den 25en Augustus protestantsche godsdienstoefeningen plaats gehad werd zijne houding door de landvoogdes toch scherp berispt en hij zelf als een begunstiger der ketterij beschouwd.
De Paus ontstak hierover in woede, en hij dreigde Illan met de gevangenis en den hongerdood, omdat hij zich met ketterij en toovenarij had ingelaten. »Ondankbare!« riep de vertoornde toovenaar uit, »nu gij mij zóó wilt laten verhongeren, ben ik wel genoodzaakt, de patrijzen te laten opdienen, die ik voor den avondmaaltijd besteld heb.« Dit zeggende, zwaaide hij zijn tooverstaf, en riep zijn huishoudster toe, de patrijzen klaar te maken.
Hoe zou het mij bedroeven, als ik merkte, dat gij deze ketterij toestemde? Een losse malle jongen, die zijn goed verbruid, en om peper moet, omdat hij zijn korentje groen at, is geen lichtmis; hij is een gek, die men te Delft moest gaan opsluiten.
Vervolgens wendde hij zich in de richting van Gorkum en sprak, terwijl hij rechtstond en de hand uitstak: O, stede van Gorkum, o stede van Gorkum! Hoevele kwalen hebt gij te lijden: gevloekt zult gij wezen onder al de steden, want binnen uwe muren hebt gij het zaad der ketterij laten kiemen! O, stede van Gorkum! En de engel des Heeren zal bij uwe poorten de wacht niet meer houden.
Gewis had de goede Sigis niet de Vlamingen willen bestrijden, ware hem de stand der zaken bekend geweest; maar men had hem met veel anderen bedrogen, voorgevende dat de Vlamingen slechte christenen waren, en dat men alzo een goed werk voor God doen zou, indien men hen tot de laatsten uitroeide . Het was op dit tijdstip van het vurigst geloof genoeg iemand van ketterij te beschuldigen, om hem iedereen tot bloedvijand te maken.
Daarmee hadden zij ook het gevaar voor fantastische afdwalingen tot ketterij grootendeels bezworen. De Nederlandsche moderne devotie was gehoorzaam en rechtgeloovig, praktisch zedelijk en soms zelfs nuchter. Het Fransche devote type daarentegen schijnt een veel grootere slingerwijdte te hebben gehad: het raakt telkens de extravagante geloofsverschijnselen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek