Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 oktober 2025


Robrecht, met vier of vijf zijner gezellen, kwam op de gaanderij en schouwde neder op den stoet die nu binnen den burg trad en, zonder der Kerlen pijlen of hunne steenen te vreezen, tot aan den voet van den toren zei ven vooruitstapte, om in de kerk te gaan.

In den eerste versomberde deze mistroostige overweging hunne gemoederen; maar welhaast stonden zij weder met nieuwe hardnekkigheid uit de hopeloosheid op en maanden elkander aan om geen het minste teeken van zwakheid te geven en als onversaagde mannen te volharden, tot onder het zwaard des vijands zelven, opdat hun dood getuigenis gave van der Kerlen onverwinbaren heldenmoed.

Zoohaast echter de vierhonderd Kerels op het plein, dat men het Zand noemde, zichtbaar werden, herkenden hen de arbeiders aan hun blauw kleedsel en aan hunne baarden. Een lang vreugdegeroep ontstond boven de wallen en klonk hun reeds van verre als een gulhartig welkom tegen. De Kerels trokken de poort binnen, onder het geschal der bazuinen en onder de aanjagende galmen van der Kerlen krijgslied.

Eenigen tijd daarna hoorde men der Kerlen zegelied in de verte nog hergalmen, en eindelijk achter de bosschen geheel in de nachtelijke stilte wegsterven ... Zij zongen: Doedele, bommele, romdomdom, Houd u recht en sie niet om! Gi, rudders, dwingers, maect u van cant, Hier sijn de Kerels van Vlanderlant! Gi, Isegrims, hoedt u vor den Blauvoet, Of gi selt voelen wat sine clau doet.

Mher Willem verweet den proost met hevige gramschap, dat hij tot den moord van graaf Karel had geholpen, en door deze afschuwelijke daad der Kerlen macht had gebroken. De proost beschuldigde integendeel mher Willem en beweerde dat hij zelf aan zijnen neef Burchard bevel had gegeven om Karel van Denemarken te dooden.

Het scheen hem eene ontheiliging van den vaderlandschen krijgszang; hij sidderde van verontwaardiging bij het gepeins dat ditzelfde lied ook in den oorlog, welke er ongetwijfeld ging ontstaan, der Kerlen scharen ten strijde zou voeren. Het was hem nu hatelijk geworden, het zou hem voortaan ontmoedigen en beschamen, telkens dat het in zijn oor zou hergalmen.

Hij stapte hen vooruit en bracht hen door eenen afgelegen weg aan zijn landgoed, dat wel geen eigenlijke burcht was, doch waarvan het voorname gebouw eveneens met eenen hoogen muur en met eene diepe gracht was omsloten. Gansch alleen begaf hij zich over de brug tot bij de poort, en klopte daar op der Kerlen wijze, dit is te zeggen twee slagen en dan, na eene rust, nog een derden, hard en kort.

"Dat weet ik niet," antwoordde de Bottelier; "ik heb geen wachtmeester gezien noch geroken; maar dat weet ik, dat jijlui je biezen moeten pakken en Zijne Edelheid ongemoeid laten oprijden, of dat het slecht met je zal afloopen." Terwijl hij sprak, grepen eenige tuinlieden den ruiter aan en ontwapenden hem. "Hilf! Jost! Karl! Hilf! Staôt bi kerlen!" riep Melis, zich vruchteloos verzettende.

Weinigen onder hen behielden nog eene zwakke hoop op verlossing Wat zou de uitslag zijn van den eersten strijd tusschen het Fransche leger en der Kerlen heirkracht? Wel scheen Willem Van Loo de Erembalds te haten; maar indien hij overwinnaar bleef, zou toch de vijand Brugge verlaten, en zij zouden zonder eenig beletsel van den toren komen en in vrijheid naar huis gaan.

Misschien verstond Willem Van Loo de bittere verwijten niet welke de Kerels hem toestuurden; want zij spraken verscheidene te gelijk, en daarenboven was reeds de wagen omgewend geworden en voerde men hem nu verder het plein op, om hem buiten het bereik van der Kerlen pijlen te stellen.

Woord Van De Dag

sanktie

Anderen Op Zoek