Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 juni 2025
Laat ik beginnen met u beiden ook namens de zusjes, recht hartelijk geluk te wenschen met de geboorte van uw tweede zoontje, van harte hopend, dat hij ook zoo'n lekker gezond kereltje mag worden als zijn oudste! broertje, waaruit mettertijd een flinke jongen zal groeien, waar gij beiden met recht trotsch op kunt zijn.
Rechts naast de deur, die tot het keukentje toegang geeft, staat op den grond een soort van houten bak met eenig beddegoed, waarin een mager meisje van vijf en een aardig, klein, dik roodwangig kereltje van drie jaren sluimeren. Door de geopende deur ziet men de roode wang van een snorrende potkachel.
Zulk schreeuwen hadden zij blijkbaar nog nooit gehoord. De Juffrouw werd er zenuwachtig van, en wist eindelijk geen raad meer met het kereltje. 't Was haar onmogelijk iets te beginnen, want Jantje overschreeuwde haar stem wel tienmaal, zoodat niemand haar kon verstaan. Maar opeens kwam hij tot bedaren, tot groote verwondering en even groote blijdschap van de Juffrouw.
Bij elken modderpoel, en er waren nog al zoo eenige, worden wij door elkander geslingerd, en tot tweemaal toe werd onze koetsier, een kereltje van een jaar of vijftien, buiten den wagen geworpen; maar hij klemt zich vast aan den dissel en springt weer vlug op zijn plaats met een lenigheid als van een eekhoorn.
Hij zag bleek en lijdend, vermoeid en schuw school het blauw van zijn oogen in den belangstelling-vragenden kop. Hij hield zijn zoontje aan de hand, een mooi aangedrild kereltje, vier jaar ongeveer, gestoken in een wit uitstaand gestreken jongenspakje, met een brandroode sjerp er over heen.
Aan het einde van den tweeden dag van zijn tocht, rustte John Starhurst in het dorp van een opperhoofd, Mongondro genaamd, aan den bovenloop van de Rewa. Hij dacht den volgenden morgen te voet verder te gaan, vergezeld door Naraoe, naar de wazige bergen, die nu, dichterbij gekomen, groen en fluweelig waren. Mongondro was een zacht gehumeurd klein oud kereltje die zich rustig bewoog.
Deze woorden en vooral de toon, waarop zij werden uitgesproken, deden mij de tranen in de oogen komen; het was zoo lang geleden, sedert ik een hartelijk woord van hem gekregen had. O, gij zijt zoo goed voor mij! riep ik uit. Gij zijt een goede jongen, een dapper kereltje. Weet je, er zijn oogenblikken in het leven, waarop men geneigd is dit te erkennen en zich te laten overreden.
Daar bewaarde dat kereltje ook zijn kruik met water onder een oude sombrero voor de koelte.... De heete dagen.... Dat oppassertje met zijn leuk rimpelgezicht en zijn vriendschappelijke op-den-schouder-klop-maniertjes van kom, 't zal wel gaan, houdt je maar goed, 't wordt mooi.... en dan dat baasjes lachen.... Krom stond hij er bij met zijn handen op zijn knieën, wanneer hij van al het Hollandsche gevloek van zijn beschermeling geen jota begreep.
Old Firehand bracht zijn verrekijker voor zijn oogen, en riep dadelijk: "Een wedloop tusschen een Roodhuid en een blanke! De roode is reeds ver vooruit, en zal stellig overwinnen. De blanke is een zeer klein kereltje." Hij gaf zijn kijker aan den Apache. Nauwelijks had deze den kleinen blanke voor het glas getrokken, of hij riep uit: "Oef! dat is Hobble-Frank!
"Kijk, zóó moet je doen. In alle stilte ga je naar den stal en je zadelt daar het beste paard, dat je vinden kunt. Dan wacht je zoo lang, tot het kleine kereltje op de plaats komt. Je grijpt het, springt te paard, en we brengen het samen op IJselstein. Daar, op den burcht, ben je veilig. Ik verzeker je, dat de Edelvrouwe je daar zoo rijk beloonen zal, dat je voor je leven lang genoeg hebt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek