Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 oktober 2025


Daar geeft hij het teeken, en zacht en lieflijk klinken de tonen door de zaal. Aangenaam worden de edelen getroffen door de heerlijke muziek, die, hoe het komt, weten zij niet, zonderling hunne harten beroert. Neen, dat was niet de muziek van de gewone minstreels, die langs 's Heeren straten zwierven en aan de huizen of taveeren hun karig loon ophaalden. Het was er zelfs niet mede te vergelijken.

"August, al zal ook je dagelijksch brood, geëvenredigd naar den stand waarin God je plaatste het allermeest de vrucht van je eigen werk en studie zeker voldoende, ja zelfs niet karig zijn, toch vertrouw ik dat jij met de vrouw van je keuze, ook bij een sober deel, rijker zoudt wezen dan een koning: gelukkig in haar bezit.

~Hebzuchtig~, ~schraapzuchtig~ en ~inhalig~ duiden aan, dat men zijn bezit wil vermeerderen, een »nemen"; ~vrekkig~, ~gierig~ en ~karig~ geven te kennen, dat men zijn bezit zooveel mogelijk tracht te behouden, een »niet-missen."

Welk onderscheid is er tusschen: Zijn geweten ~beschuldigde~ hem, en: zijn geweten ~klaagde~ hem ~aan~? Gierig vrekkig karig hebzuchtig schraapzuchtig inhalig. Overdreven begeerig, om geld en goed te bezitten.

Waar zij een weinig te karig is geweest met haar gaven, daar pleegt zij een weinigje Philautia bij te voegen; doch mijn beweren zelf mag ongetwijfeld een zotheid heeten, omdat juist deze gave de allergrootste is, om er nu maar niet van te spreken, dat geen voortreffelijke daad ondernomen wordt dan op mijn aansporing en dat alle groote uitvindingen haar ontstaan aan mij te danken hebben.

Werd u die angst niet ruimschoots betaald, en kunt gij niet op een nog ruimere belooning rekenen, wanneer gij thans uw vroegere voogdijschap herneemt?" "Ja wat die belooning aangaat," bromde de waardin: "die was, bij mijne ziel! karig genoeg. Wat zeggen die weinige kronen!

Wat is er thans van dien zinnelijk levendigen geest, van die trotsche schoonheid, van die begoochelingen van levensweelde, van die droomen van kunst en genie? Zij dwalen in slechte kleederen de wegen langs, zij zitten in een greppel of een plekje lommer een karig maal te gebruiken: zij komen van de eene stad in de andere.

En zij gelooven, dat men niet weet, dat buiten een karig leven, de lange nachtwaken, het bidden en de leefregels de menschen bleek en droefgeestig moeten maken en dat noch San Domenico, noch San Francesco er vier kleeden op na hielden, noch gekleurde rokken, noch heidensch goed, maar alles van grof linnen en van natuurlijke kleur om de koude te verdrijven en niet om te pronken.

Uit gebrek aan weideplaatsen zwemmen de dicht opeengedrongen dieren uren lang rond en vinden een karig voedsel in de bloeiende graspluimen, die zich boven het gistende, bruin gekleurde water verheffen. Vele veulens verdrinken, vele worden door de Krokodillen gegrepen, met den staart doodgeslagen en verslonden.

Let eens op de scheeve kozijnen der vensters, waarvan twee breedere aan elke boven-, twee smallere aan iedere onderverdieping, door de kleine groenachtige ruitjes een karig licht laten vallen in de vertrekken, die van achteren geen ramen hebben, maar een beplakt schotwerk, dat hen van de achterkamer scheidt.

Woord Van De Dag

veerenbed

Anderen Op Zoek