Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 oktober 2025
Rondom ons is niets dan een zeer armoedige streek, de hoeven en hutten en kapelletjes zijn in den treurigsten staat van verval, en men vraagt zich af, of de een of andere ramp dit stukje aarde geteisterd heeft, waar niets overeind staat en alles aan vernieling schijnt prijs gegeven.
De bewoners van dit Eglise Neuve hebben eene bijzondere manier om hunne dooden te eeren; zij bouwen boven de graven kapelletjes in den vorm van kleine huizen met kruisen er op; het kerkhof maakt daardoor den onwillekeurigen indruk van eene verzameling poppenhuisjes.
Vlinders van allerlei gedaante en kleur, morgenvlinders en avondvlinders, kleine bleekblauwe kapelletjes, die als fladderende viooltjes zijn, legers gestreepte en gebronsde kevers van kopergroen en gevlamde tinten, sommige met helmen en zwarte kurassen en horens als van een hert, dat alles leeft hier als in een klein bosch onder het groote.
De prins was bezig kapelletjes na te loopen, tot ze hem brachten bij de mooiste bloemen, die hij dan plukte, en tot een krans wond voor zijn vader, den koning. Zoodra hij de vrouw zag komen, die hem tot een moeder was geweest, liet hij de vlinders vliegen, en wierp, in haar armen vluchtende, zijn krans op den grond.
De zon bescheen hem door de takken der boomen. Hij liep naar het water toe en ging in een kleine boot, die daar lag, zitten; deze was rood en wit geverfd, het zeil schitterde als zilver, en zes zwanen, alle met gouden kroontjes en een fonkelende blauwe ster op den kop, trokken de boot voorbij het groene bosch, waar de boomen van roovers en heksen en de bloemen van de liefelijke kleine elfen, en van datgene, wat de kapelletjes haar gezegd hadden, vertelden.
Eerst komt men in een kring van vestingwerken op eene ruimte, die het geheele kasteel omringt, dan leidt een steil pad omhoog, en ziet men bij eene poort naast den grooten toren twee romaansche kapelletjes, één uit de 11de en een uit de 12de eeuw, tegen elkaar gebouwd. Het kasteel is dus om die bestaande kapelletjes heen gebouwd, of het is zelf van nog ouderen datum.
Maar je moet het hem nooit zeggen, want dan wordt hij erg boos. 'Nu, wat dan? vroeg Johannes. 'Hij bestaat niet. Dat is een groot gebrek, maar hij wil het niet weten. En hij zegt van mij, dat ik niet besta, maar dat liegt hij. Of ik besta! Drommels goed! En Pluizer stak de kapelletjes in zijn zak en ging plotseling voor Johannes op zijn hoofd staan.
Johannes rook ze terwijl hij voortging, het thijm rook hij en den geur van het droge rendiermos, dat kraakte onder zijn voet. Het was bedwelmend heerlijk. En voor het liefelijk beeld dat hij vervolgde, zag hij de bonte duinvlinders fladderen. Kleine zwarte en roode kapelletjes, en het zandoogje, het vroolijke vlindertje met de zijdeachtige vleugeltjes van het teederste blauw.
Vlinders van allerlei gedaante en kleur, morgenvlinders en avondvlinders, kleine bleekblauwe kapelletjes, die als fladderende viooltjes zijn, legers gestreepte en gebronsde kevers van kopergroen en gevlamde tinten, sommige met helmen en zwarte kurassen en horens als van een hert, dat alles leeft hier als in een klein bosch onder het groote.
Behalve de gewone huislijke oneenigheden tusschen Jan Claeszen en zijne wederhelft, daaruit voornamelijk ontstaande, dat hij, volgens haar beweren, naar anisette, en zij naar klare jenever met suiker rook, en de minnarijen van den schoonen Lujander met de bekoorlijke wederhelft van den Ouden Heer, een lief schepseltje van "zeuventien d'half jaren en zeuven maanden", hadden wij altijd de vermakelijke vertooning van Jan Claeszen, die in zijn slaap gestoord wordt door de kapelletjes, die zich op zijn neus zetten, en welke hij, wakker geworden zijnde, onder 't geroep van "witje, witje! hoog, hoog! witje, witje! laag, laag!" vervolgde, zonder ze ooit te kunnen krijgen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek