United States or Brazil ? Vote for the TOP Country of the Week !


De korte zomer van Norrland en Lapland kan niet genoeg wintervoeder voortbrengen; om deze reden krijgt het vee in den winter niet alleen hooi en stroo, boombladen en berkentakken, rendiermos en paardenmest, zeeplanten, wieren en soortgelijken kost, maar ook Visschen en vooral de koppen van de Dorschen, een Kabeljauwachtige Visch, die men juist in het tijdperk van voedselgebrek in groote hoeveelheid vangt.

Een nóg korter durende plantengroei bedekt de vlakten in het hooge noorden, en aan de kusten der IJszee komt het rendiermos ternauwernood nog voor. Wegens den rijkdom aan pelsdragende dieren hebben de Russen in de minder barre deelen des lands kolonies gevestigd en steden gebouwd. Jakoetsk aan de rivier de Lena is mogelijk de koudste stad der aarde.

Toen zij aan het duin kwamen, dat Johannes kende, werd het hem week te moede en hij fluisterde telkens 'Windekind! Windekind! Daar was het konijnenhol, en de duin, waartegen hij eens geslapen had. Het grijze rendiermos was week en vochtig en kraakte niet onder zijn voet. De rozen waren uitgebloeid en de gele Teunisbloemen met haar bedwelmenden, flauwen geur staken bij honderden de kelken op.

Door muskieten vervolgd, vluchten zij sedert eeuwen in den zomer naar de zee, om zich en hunne kudden in zeelucht en zout water te baden, en door honger gedreven snellen zij in den herfst terug naar de bergen, waar hun rendiermos groeit.

Daar lagen de steenen naakt, zonder de fijne vlasplantenranken, die ze eens hadden bekleed; de steenen hadden hun mooie zilvermos en het witte prettige rendiermos verloren. Om het zwarte water, dat in spleten en gaten was bij elkaar geloopen, vond men geen wilde zuring en geen wilde Aaronskelk.

Johannes rook ze terwijl hij voortging, het thijm rook hij en den geur van het droge rendiermos, dat kraakte onder zijn voet. Het was bedwelmend heerlijk. En voor het liefelijk beeld dat hij vervolgde, zag hij de bonte duinvlinders fladderen. Kleine zwarte en roode kapelletjes, en het zandoogje, het vroolijke vlindertje met de zijdeachtige vleugeltjes van het teederste blauw.

Een treurige aanblik deed zich den volgenden morgen aan ons voor; de geheele kust was door het ijs geblokkeerd, en er bleef ons niets anders over dan te blijven, waar we waren. Ik gebruikte den tijd, om het land in oogenschouw te nemen. Het geheele zuiderstrand was zandig en kaal; eerst een paar zeemijlen landwaarts in vertoonde zich weer rendiermos.

Klein gevlok, sneeuwklokjes, groeiden er verborgen tusschen. Daar was een ontbloeien van kristal-metriek en plantenlenigheid, metrieke bloemen, prisma's en octaëdertjes aan varens gewonnen, mineraal-rijkdom gegroeid aan duizendnaaldige dennen of aan het fijne getak van rendiermos; daar waren pluimen pronkende pauweveêren en daar een bezemig gehaar en gestekel als borsteltjes kattesnorren.