Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juni 2025


De graaf ontving die in zijne paleizen en op zijne kasteelen. De heeren droegen lange mantels, met bontwerk gevoerd, groote hoeden van beverhaar, gevlamde gordelriemen en schoenen met zilveren gespen. De vrouwen hadden scharlaken kleederen, versierd met edelgesteenen; zij droegen faliën van rood fluweel of van venetiaansche stoffen met goud of zilver doorweven.

Dat glimmende, fraai gevlamde blad van thyahout had een even groote som gekost als een groot landgoed; de edelsteenen der ringen en banden aan haar handen en armen, zooveel als een vorstendom. Dat kwam haar nu in de gedachte, en in een opwelling van toornigen weerzin zou zij al die kostbare nietigheden liefst ver van zich af, in de zee of in de vernielende vlammen geworpen hebben.

Alles om hem heen was nieuw, frisch, jeugdig en vol komfort: de gelakte kolen-en turfbakken, de donker-bruine dubbele deur, waardoor men in de voorkamer kwam, met haar gevlamde paneelen, de schrijftafel van Jozef, in den hoek bij 't venster, een kadoo op zijn verjaardag van Mathilde, de glazen boekenkast, die er naast stond, de zwarte pendule op den schoorsteen, met een bronzen ruitertje er op.

De gesloten deur van de groote kamer, met het éene glad-gele gevlamde stugge paneel, gaf haar daarop een gewaarwording, die haar bijbleef tot zij de deur met de stroef-gillende kruk had opengedraaid: Jozef was daar, achter die deur, achter dat stugge gele houten vlak, dat den toegang versperde, nietwaar? Het was donker, hij moest daar zijn.

Tusschen twee gevlamde marmeren kolommen vinden we den aardbol, daarachter den steen, die in gouden letters den roem en de bedrijven ter zee van den »Kregel Mennoniet« in het Latijn vermeldt. Links van den steen staat de zeegod Neptunus, met den drietand in de hand en een dolfijn aan zijn voeten; rechts zien we den krijgsgod Mars, met den haan als zinnebeeld der waakzaamheid.

Vlinders van allerlei gedaante en kleur, morgenvlinders en avondvlinders, kleine bleekblauwe kapelletjes, die als fladderende viooltjes zijn, legers gestreepte en gebronsde kevers van kopergroen en gevlamde tinten, sommige met helmen en zwarte kurassen en horens als van een hert, dat alles leeft hier als in een klein bosch onder het groote.

Vlinders van allerlei gedaante en kleur, morgenvlinders en avondvlinders, kleine bleekblauwe kapelletjes, die als fladderende viooltjes zijn, legers gestreepte en gebronsde kevers van kopergroen en gevlamde tinten, sommige met helmen en zwarte kurassen en horens als van een hert, dat alles leeft hier als in een klein bosch onder het groote.

Toen naderde, met vasten tred en opgeheven hoofd, eene frissche jonge maagd de papieren mijter op de golvende lokken, om de slanke leden het gevlamde kleed. =Mijne= dochter, verstaat ge? =mijn= éénig overgebleven kind! »Ten vure met de ketterin!" schreeuwde het volk: »ten vure!".... En ik, hare moeder, hare aanklaagster ik smeekte niet voor haar, ik dekte haar niet met mijn lichaam tegen den beul en zijne fakkel. »Bekeer u!" maande ik haar. »Nooit!" was haar antwoord: »ik kan sterven zoo goed als mijn vader!" »Sterf dan!" riep ik »en door =mij=, opdat dit allerzwaarste wee om der waarheid wille u misschien genade doe erlangen!".... Met deze hand, ziet ge? heb ik den beul de spaan uit de vuist gerukt; met deze hand heb ik den brand gestoken in het stroo.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek