Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 september 2025


Hoe volleerd nu ook onze Wouter was in den katechismus of liever, juist omdat z'n god van school en katechizatie maar 'n onderwerp was van leeslesjes hy zag er geen bezwaar in, 'n geheel ander wezen in z'n hart te dragen. En Jehovah schikte zich. Bovendien, Wouters privaatgod was niet zeer aanzienlyk, en zelfs niet verheven boven verwytingen.

Want hoe ge het ook wendt of keert, op die tegenstelling komt het altoos voor Gods kind weer neder. Die Geldmacht is de afgod der eeuw, en Jehovah onze Gerechtigheid moet zijn God zijn. En dus moet ook ons geld aan de macht en het gebod, aan den dienst en aan de eere van dien God onderworpen. Loof den Heere, mijne ziel! en vergeet geene van zijne weldaden. Ps. 103:2.

Men spreekt veel van de aanbidding van het gouden kalf. Doch ten onrechte. Wat Israel in de woestijn aanbad, was volstrekt niet de Geldmacht. Al wat Israel bedoelde, was een zichtbaar teeken van Jehovah voor oogen te zien, en daartoe maakten ze dit beeldje van goud; dat hun geen geld bracht, maar waarvoor ze integendeel hun geld offerden.

Maar natuurlijk, dan moest Baäl er bij geduld worden. En Baäl nu, dat is de dienst van den lust, van het vleesch, van het geld, van al wat ijdel is en bekoort in de wereld. En die zoo knielt voor Jehovah en toch zoo Baäl nahunkert, die is kaf. Vlak bij het koren. Er meê dooreengevlochten. Tot het op den dorschvloer komt. En dan komt er de onnutheid van aan het licht. Dan gaat het ten vure!

Klaas stroopte z'n armen op, streelde z'n boordjes, en begon: Al de weduwen der Heilige Schrift Worden hier tot een vers gezift; Ter verblyding op 't verjaren Van godzalige weduwnaren; Juichend, bloeiend in den Heer, Aan Jehovah lof en eer. Dat is 't opschrift, lichtte de vader toe. Ja, dat is het opschrift.

En al is er een oordeel ook van den geestelijk ingeleide, waardoor de eene Sioniet den anderen verstaat, toch kan dit het kenmerk nooit wezen. Gods volk wordt alleen gekend aan zijn banier. Niet persoonlijk, maar als volk. Of het saam om die banier vergadert, en saam bij die banier neêrknielt, om te roepen voor de eere van zijn Koning en op dien Koning alleen te zien. Jehovah Tzidkenu!

»Verlos mij van het ongoedertieren volkklaagde de Psalmist in zijn zielsbenauwing, en nóch eer hij zong, nóch na zijn zang, is er ooit een ziel geweest, die voor God riep en voor Jehovah streed, of ze heeft aan de giftige pijlen van dit ongoedertieren volk ten mikpunt gediend. Toen Noach zijn arke bouwde, heeft dat ongoedertieren volk hem met zijn spot en schimp vermoeid.

Hij heeft gevonden wat hij zoekt, en begint met gevoel Psalm 103, waarin Israëls koninklike dichter de lof van Jehovah zo welsprekend bezingt, te lezen. Zijn vrouw luistert, de blik op het gelaat van de dierbare echtgenoot geslagen. Een traan glinstert in haar oog. 't Is een parel van dankbare aandoening.

Toen deed Jehovah een diepen slaap op den mensch vallen; en hij nam ééne van zijne ribben, en sloot derzelver plaats toe met vleesch. En deze ribbe bouwde Jehovah tot eene vrouw, en hij bracht haar tot den mensch. Toen zeide de mensch: Deze is ditmaal been van mijne beenen en vleesch van mijn vleesch. Men zal haar manninne heeten." Dit is de eerste liefdesgeschiedenis.

Die mannen uit Israel, op wie Hosea in Jehovahs naam dat brandmerk van »kaf op den dorschvloer« zette, waren dan ook nog aanbidders van Jehovah, alleen, ze dienden er den Baäl bij. Wel den Heere dienen,.... maar een aantrekkelijken afgod er bij. Gedeelde harten; gesplitste zielen; tweeslachtige en daarom huichelachtige naturen. Neen, niet Jehovah geheel verlaten. Jehovah óok.

Woord Van De Dag

weledl

Anderen Op Zoek