Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juni 2025
Geen of een alleen vermagh Om te voeren nacht en dagh Eenen rey van musikanten. Voert dien klokhelt op 't altaer, Eens gezien in duizent jaer. MDCLXI. J. v. d. Vondel. In de paarlemoeren Schelp.
Elizabeth, tot wraeck genegen, Blijft pratten, zent heur wachters tegen, En vangt en spant die groote Nicht; Zy laetse twintigh jaer verlangen En tusschen hoop en doodschrick hangen: Want staetzucht past op bloet noch plicht."
In dit raam van algemeenheid passen nu de tallooze vormen. Van eerbaarder en zediger vrijage bewaart de geschiedenis menig getuigenis. Jacob Cornelisz. van Amsterdam. Deze meester had een »seer fraey dochterken van twaelf jaer.
Met het oordeel van Coen stemde Lam volkomen in. Aan de bewindhebbers schrijft deze: "Mijne Ed. Heeren staet te considereren ende rijpelijcke toverwegen hoe hoognoodigh het is de tocht naar Manilla van jaer tot jaer werde gecontinueert" ; niet alleen, zooals hij zegt, om de schade, die men daardoor aan den handel te Manila toebracht en omdat men op die wijze de Chineezen dacht te dwingen de vaart op de Philippijnen te staken en die naar Bantam te verplaatsen, maar ook omdat hij daarmee allen toevoer naar de Molukken hoopte te beletten. Dat hij hierdoor ook Manila zelf trof en dat dit, wat trouwens van zelf spreekt, juist in zijne bedoeling lag, zegt hij duidelijk in een brief aan de bewindhebbers, waarin hij meedeelt, dat twee Hollandsche schepen vóór Manila kruisten om de jonken aan te halen, wat, zoo schrijft hij, van belang is, omdat uit de groote tollen, die de Chineezen betalen, de Spanjaarden hun voornaamste inkomsten putten nl. 150.000 realen van achten buiten de 250.000 realen die het hoofdgeld der Chineeschen inwoners hun opbrengt, terwijl bij dit laatste nog niet eens is gerekend, hetgeen de winkelhouders nog moeten betalen. "De Chineezen", gaat hij voort, "zijn te Manila over de 30.000 sterk en betalen in alles wel 500.000 realen van achten" . Van de twee schepen, waarover Lam hier spreekt, kan ik er slechts één noemen, namelijk De Oude Son, die wij in het vorige hoofdstuk hebben verlaten op weg naar Cochin-China. Na gezamenlijk met De Galjas een vergeefsche poging te hebben aangewend om een kraak, die naar Macao bestemd was, buit te maken, voer den 9en Maart 1618 De Oude Son opnieuw naar Manila, terwijl De Galjas den 28en Maart naar Cochin-China zeilde. Dezen keer was De Oude Son gelukkiger. Den 4en Mei veroverde zij een groote Chineesche jonk, den 8en Mei nog een en kort daarop nog zes kleine, waarna het met dezen rijken buit, waarvan de waarde f
17 do wierden de seven bovengemelde Nederlanderen ten huize van de Gouvernr Sinsabrode naer de gelegentheden van het verongelucken van 't schip de Sparruwer in de jare 1653, als dat van Correa, ende de frequentatie in de negotie met de Japanners ondervraagt, daerse naer waerheit op antwoordden, ende sonderlingh geen aantekening tot nutte van d'E.Compe en meriteert, dan wierden vergunt dit jaer te mogen vertrecken, daer we dan den Gouverneur hertelijcken voor deden bedancken.
In vs. 752 van het leven van S. Aechte wordt als jaar der vervaardiging 1286 genoemd; S. WERNER is volgens de A.S. gestorven in 1287 en in vs. 13-15 van zijn leven lezen wij: "dat doet es bleven nu nichtinghe"; in het leven van S. Marie Egyptiake, vs. 687-9: "dit was ghemaect.... MCC ende neghentech jaer."
Maer het jaer daernaer was het een goet jaer en heb geen quaet gevonden, soodat ick vast houde dat desen vuyligheydt door de byen wordt uytgeworpen en daerom soo schaedelyk niet is als die van onsuyveren honingh.
Wy lezen ten minste: »dese Heer Henric de Rover, Heer Willems soon, bleef doot in het besit van Montfoort, t'welck Godt geklaegt moet syn, in het jaer doe men schreef 1387. des Vrydaechs nae Pinsterdach."
Maer hoe sober dese solutie is kan licht daer uyt afgenomen werden, dat op den eersten rechtdagh van 't jaer de Instructie van den selven Keyser werd vernieuwt, ende by de Suppoosten wederom besworen. Gelijck dan de Heer de Groot in sijne tijden het selve verscheyde malen heeft gedaen: welcke eer de Wetten van Justinianus noyt hier te Lande hebben gehad.
M. A. Ick heb sulks geobserveert, maer ben groetelyks bedrogen gewoorden, want ick heb ondervonden dat de planeten bedriegen. Veronderstelt dat Luna regeerde, en een seer goet jaer was; seeven jaeren naer dit, als Luna weder regeerde een seer slegt jaer was en heel maeger, soodat dit wikwyls myslukt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek