Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 juli 2025


Alvorens Boges haar verliet, had hij de bewustelooze in haar bijzonder vertrek moeten dragen, hetwelk hij zorgvuldig van buiten had gesloten. Weinige minuten later klommen twee mannen, een jongeling en een oude man, door de valdeur, die Boges twee dagen te voren zoo nauwkeurig had onderzocht.

De verstomde jongeling kwam vooraan op het schavot, kruiste de armen over elkaar, en, zich voorstellende als eenen martelaar, die wil sterven, riep hij met krachtige stem: "Daar, werp mij dood, bloeddorstig volk!"

De jongeling met wien wij zooeven kennis maakten was zijn zoon, en die jeugdige Messala was er niet weinig trotsch op, dat zijn grootvader in zoo nauwe betrekking gestaan had tot de edelsten onder de Romeinen. De andere knaap was tengerder van gestalte.

Het is onder mannen gewoonte, als zij zaken doen, aanteekeningen te houden. Ik heb een klerk noodig. Wilt gij dien post vervullen? De jongeling nam dadelijk zijn tafeltje ter hand, gereed om op te schrijven. Wacht even, Messala, zeide Drusus.

Het redde het leven van je vader niet en ik zou niet willen, dat het ook de oorzaak van jou dood werd!" Op zekeren dag nam de jongeling het geweer stilletjes weg en ging ermee het bosch in om te jagen. Heel spoedig kwam dezelfde ram uit het dichte kreupelhout aansnellen en zei: "Ik heb uw vader gedood; nu is het uw beurt!"

Geheel Griekenland, vertegenwoordigd door zijne edelste zonen, droeg den jongeling ten grave, en zijne eerezuil zal in de Altis nevens die van Milon, den Crotoniaat, en Praxidamas van Aegina eene plaats erlangen.

De jongeling, die niet zonder vreugde aan de dwaasheden van den hovenier ontsnapte, ging ter kamer uit en bevond zich eenige oogenblikken daarna in tegenwoordigheid van zijnen oom.

Daarop vatte hij de hand van Cresus, bad hem om vergeving, dat hij hem, zijn vaderlijken vriend, zoolang verzwegen had, wat zijn hart met zoo groote zaligheid vervulde, en smeekte hem zijn aanzoek bij Rhodopis te ondersteunen. Glimlachende hoorde de grijsaard de hartstochtelijke taal van den jongeling aan, en zeide toen: »Hoe dikwijls, mijn Bartja, heb ik u tegen de liefde gewaarschuwd!

De jongeling antwoordde niet, maar hechtte zijn grote ogen als twee vlammende schichten op de lijfknecht. Deze, door de kracht van die blik tot in de ziel geraakt, bleef een ogenblik staan alsof hem de moed ontzonk. "Toe, steek dood! Steek dood!" riep De Chatillon tot hem.

"Hier brengen wij je een jongeling," zei een van de ruiters tot deze schoone engel der duisternis en zich vervolgens tot mij wendende en ziende dat ik geheel bleek en ontdaan was van schrik, zeide hij: "Vriendje, je behoeft voor niets bang te zijn, er zal je geen leed hoegenaamd geschieden.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek