Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 oktober 2025
Ik ben nooit ergens vast, ik kan nooit lang op een plaats blijven. Ik heb langen tijd in Brussel gewoond. U is niet in betrekking, niet waar? Neen, mijn illuzie van jongen was in de marine te gaan, maar ik ben afgekeurd geworden voor mijn oogen. Zij zag hem even onwillekeurig in zijne oogen: kleine, diep liggende oogen, waarvan zij de kleur niet zien kon. Zij vond er iets sluws, iets geslepens in.
Intusschen, mevrouw Van Raat was reeds vertrokken, later dan zij gewoonlijk placht te doen en nog over Eline's besluit in eene onzekerheid, die haar nieuwsgierig had doen dralen. Zij had zich eenigszins de illuzie gemaakt van eene scène-de-familie en de avond was haar dus een teleurstelling geweest.
Wat is dan ook wel natuurlijker, dan dat het schoone aantrekt en boeit! En mooi was ze, om er van te duizelen, vooral wanneer je zoowat vijf en twintig jaren oud bent en sinds langen tijd met geen mooi meisje bent in aanraking geweest. Eerst dacht ik, dat ik mij wellicht door een illuzie, door een soort "mirage" liet ontroeren.
Een zacht verschiet opende zich voor haar blik en zij werd zeer kalm, zeer gelukkig. Maar door die kalmte geheel tot zichzelve gebracht kon hare illuzie niet lang duren en zij schudde weemoedig het hoofd. St.
Het was slechts een illuzie, maar een illuzie zoo zoet en rein en rijk en wellicht rijker dan een tastbare werkelijkheid; en op dat oogenblik verlangde Fonske niets meer, niets dan het heerlijk woekeren en ontbloeien van den schat, van al de menigvuldige schatten, waarmede hij zich nu begenadigd voelde.
Want Faust behoort tot de boeken, die beroemd zijn zonder dat ze worden gelezen; van naprater op nababbelaar plant zich omtrent dit stuk een soort illuzie voort: dat het zoo geweldig is, en dat het zoo grootsch is, en dat het zoo realistiesch is.... Maar menigeen die het, afgaand op wat hij had hooren zeggen, ter hand nam, bevond zich volstrektelijk teleurgesteld door de schijnbaar taaie en koude verzen; door de symboliek, die men wel als zoodanig onderkent, maar toch niet ontcijfert; en door het gebrek aan eenheid.
Toen, bij het uitgaan der comedie, die vrouw uit hun vroeger leven, zijn knikje naar voren: daar loopt Frank! Was dat ook niet het Lot? Strooide het Lot op het pad dergenen, die het bewierookten als eene godheid, die het dienden met een eeredienst, niet zulke oneindig-kleine gebeurtenisjes, als weldaden, die men moest gebruiken: schakeltjes, die het Lot wilde het zoo men zelf voegen zoû aan den ketting? Gaf het Lot zelf niet zoo de illuzie van een eigen wil, een zweem van waarheid aan den leugen, dat men door zichzelven energie iets kan wijzigen aan den loop der omstandigheden? Niets dan een knikje, niets dan een woordje: daar loopt Frank! en dan rekenen op het toeval toeval, w
Want hij kon niet weten, dat wat hem zóo het Geluk gaf zijne illuzie, zoo volkomen en zóo kristalhelder, iets van leed zoû zijn voor haar; hij kon op dit oogenblik zonder zonde niet doordringen in de waarheid der wet, die wil het evenwicht, die wegneemt aan de eene wat zij den andere biedt en die het Geluk geeft met het Leed samen; hij kon niet weten, dat zoo het Geluk was aan hem, aan haar was de smart, de smart, dat ze zich moest voordoen en hem bedriegen om hèm; de smart, dat zij het aardsche wilde, dat zij het aardsche miste, dat zij smachtte naar het aardsche...! En nog minder kon hij weten, dat niettegenstaande dit alles, toch deze wellust was in hare smart: te lijden door hem, te lijden voor hem, kon hij weten, dat geheel hare smart wellust was.
Hij wilde schilder worden. Maar huisschilder, natuurlijk, om voor zichzelf en voor zijn moeder aan het dagelijksch brood te komen. Het andere, 't kunstschilderen, dat was een droom, een illuzie, die zeker ook wel kon verwezenlijkt worden, dank zij de liefelijke goedheid van jonkvrouw Elvire en haar ouders, maar slechts als uitspanning, 's zondags en in zijn schaarsche vrije uren.
De stap is; de stip, ten minste, schijnt; de zee niet, en die lucht niet, want die zee is slechts herinnering en die lucht slechts illuzie. En toch zijn herinnering en illuzie alles, zijn ze de wijde domeinen der ziel, die van de stip afvliegt en op de zee afglijdt naar de einders, die wijken en op de wolken wegdrijft naar de sferen, die wijken en wijken ..." Toen dacht ze na.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek