Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juli 2025


Zie, daar gaan ze weder 't wêgsken af, Santje en Kees; ge meint um 'en deunje te vrijen? Neen kiek, ze doen weer 'en reis noar 't darp. Bij den bakker-kruienier koopen ze brood, en gort, 'en stukske spek en andere dinger. Ze kommen den winkel uut. Welken weg?.... Niet noar huus. Links sloan ze af, de Karkstroat ien. 'En honderd trêen ver woont Griet, Griet die 't met Dorus wel wist!

Toen Charlot Pallieter zag aankomen, liet ze den horen vallen, liep hem tegemoet en riep, bleek van alteratie: "Bruur, Bruur, 't is nen drijlink! twee jongens en ien meske! Ierst kwam...." Pallieter liet haar voortbabbelen en liep, gevolgd van de meid naar boven.

"Beloof mij ien dijngen," fluisterde hij; "beloof mij da ge mee Smul nie 'n zilt hirtreiwen." "O!" riep zij verontwaardigd, met een soort van walging. "Beloof het mij, beloof het mij," drong hij met inspanning aan. "D

De alde Friesen wierne fry, Foar de frydom fjochte wy; In ien echte frye Fries Het fen frjemde twang ien grys . Dr. E. HALBERTSMA in de Lapekoer fen Gabe Scroar, 1834, 259. De vloot, door ruw herfstweder verstrooid, landde niet gelijktijdig, zoodat de Graaf geene gelegenheid had, zijn leger in behoorlijke orde te scharen.

En, toen de bruur van vrouw Janssen, die als ramplesant gediend had, 'en joar loater ien 't darp kwiem, kreeg ie zin in Wiege-Mie en Wiege-Mie in hum en, nog 'en joar loater, en ze wieren 'en poar.

"Da' duut 't!" zei Meeuwsen: "Neen ien die darde klas doar is 't urn te krepieren." Na eenige minuten sporens verscheen er een conducteur; vanwaar, begreep Gerrit noch Gijs en vroeg aan de boeren: "Heeren waarheen?" "Nou, Heeren," zei Gerrit, "dat kan wel minder." "Boeren dan," hernam de conducteur, "waarheen?" Meeuwsen vond de mins onwellêvend, en zei: "Ik en mien zeun noar Amsterdam."

»Bij de vierde wake is de maan in het westen ondergegaan. Kin-Fo is tachtig jaar oud! Zijn lichaam is saamgekrompen als de kreeft in het kokende water! Hij vermindert, hij daalt met de ster van den nacht!" »Bij de vijfde wake wordt de naderende morgenstond door hanengekraai begroet. Kin-Fo is honderd jaar. Hij sterft, zijn levendigste wensch is vervuld; maar vorst Ien weigert hem te ontvangen.

De vorst Ien, de opperste rechter uit de Chineesche onderwereld, had hem veroordeeld om niet voor zijn aangezicht te verschijnen voor dat de twaalfhonderdste maan aan den gezichteinder van het Chineesche rijk verscheen. Hij had dus nog een eeuw te leven, een geheele eeuw! Kin-Fo was dus zeer slecht geluimd; het scheen dat alles tegen hem samenspande.

"Hebje daar een potlammetje?" zegt hij, op een klein zwart dier wijzende, dat op de vuurplaat geknield ligt, naast een dikke kat, rood en zwart geplekt. "Och ," zeit de vrouw; "we hebben twee lammetjes van dat ooi, ien witje en ien zwartje, dat dan dut is.

Hij hield het bij 't lamoen en kreeg als 't ware een klein schokje, dat even het lantaarntje in zijn hand deed beven. Een bruine massa lag daar op den grond, zijlings uitgestrekt, de pooten van zich af, den kop, met open bek, die scheen te grijnzen, in het zand. Ien van ou honden es deud! riep de man tot Vosken. Een heele poos stond Vosken strak en roerloos, alsof hij niet begreep.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek