Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juni 2025


Ick sal nogh boven dat u seven-mael betalen, 1045 Wat ghy van u çieraet hier uyt sult konnen halen: Doorsoukt vry dese mael, en watje vorder siet, Een peert dat niet en let* en vreest den ros-kam niet.* Hier op soo gaet de schout, en syne rappe gasten *, De male van den vrient wel happigh* ondertasten*, 1050 En, siet, van stonden aen soo komt het aen den dagh, Al wat voor aerdigh tuygh daer in verholen lagh.

1252. op de zaal, zaal meestal het grote ontvangvertrek, hier echter vertrek in 't algemeen, vgl. vs. 1266. Vgl. o. m. En Trouringh, ., Ongel. Houwel., 197. Antonius-Cleopatra, 595 m.; etc. 1285. grijpt haer in den arm, omarmen, vgl.: "'t Sa grijpt my in den arm en neemt den lesten soen Ick wil ook even soo myn laetste plichten doen.

Wel aen dan, wat uwe vordere vrage belanght; te weten, of het geoorloft is op de uyt-komste van 5 toekomende dingen ondersouck te doen, en tot dien eynde aen waerseggers ofte hant-kijcksters raet te vragen, daer op segh ick rondelick, dat neen.

Of zoo ick schuldigh ben en heeft het my gemist, 't Is uit onnozelheit en zonder argh of list. Vondel, Gysbrecht van Aemstel. "Dies albo notanda lapillo!" zeide Hendrik Raesfelt; want deze was het, welke Joan zoo onverwachts begroette. "Moet ik mijn ouden speelmakker op zulk een plaats terugvinden?" zeide Joan. "Maar hoe toch wist gij, dat ik hier gevangen zat?" vroeg Hendrik.

Ick soude wijtloopiger op de vruchten die hieruijt volgen sullen discoureren, ten ware saecke ick niet en twijfelde ofte U.E.E. sullen de discoursen der gener, die dit stuck particulierlijcken hebben gedebatteert, alrede hebben becomen....... Uwe E.E. aller onderdanighe dienaer Ternate, 25 Juli 1615.

Dat is een geheel ander werck, als het 1810 gene waer van wy nu gesproken hebben, en ick en ben jegenwoordelick* niet gesint om in het ondersouck van het selve te treden.

Andreas gaet beginnen, 825 Spits-broeders, seyt de man, met al de gansche sinnen Word' ick u bont-genoot, en tot een vaste peyl*, Hier is een volle beurs die ick u mede deyl. Siet, als ick uytte stadt tot u ben af-gekomen, Soo heb ick desen bucht* in voorraet met-genomen: 830 Ontfanght dit kleyn geschenck, en weester vrolick van, En hout my voor u vrient en voor een rustigh* man.

Ick sal my derhalven vergenought houden met dat ick van u gehoort hebbe, en wil nu komen tot de geschiedenisse selfs. Ten anderen soo ben ick begerigh te weten, of men door waer-seggers, of diergelijcke soorte van menschen ondersoeck magh doen op houwelickse ofte andere toe-komende saken. Soph.

Maer heeft de bye nogh honingh in het kaer, soo houde ick ock, dat gy de bye niet soo sterk behoeft te voeren, ofte moet voeren. Het tiende deel. Van het korten in den lenten. D. Vr. Moeten de byen in den lenten ock gekort worden?

Indien ick yet vermagh, soo weest toch hier beleeft*; Al wie den naeckten kleet ontfanght meer als hy geeft.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek