Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 juni 2025


De val van Neewak was volkomen, want hij verloor alles wat hij bezat, zijne trommels van walrusvel, zijne toovermiddelen, alles. En op het laatst werd hij houthakker en waterdrager voor Moosu. En Moosu maakte zich zelf tot medicijnman en hoogepriester en uit zijn "Heilige Schrift" schiep hij nieuwe Goden en liet hij voor dezen nieuwe altaren bouwen.

Toch voel ik wel, dat 't me aanpakt. Maar eigenaardig, hoe moeilijker de weg is, hoe rijker de vertroosting wordt. Van nacht lag ik weer een heele poos met pijn wakker. Toen dacht ik: »nu is er toch Eén, Die met mij waakt in dezen stillen, maar moeilijken nacht, de Medelijdende Hoogepriester, Die ter rechterhand Gods is!"

De hoogepriester Onias weigerde den schat over te geven, zeggende dat die het eigendom was der weduwen en weezen; Heliodorus drong nu met geweld in den tempel door om den schat te rooven, maar werd in zijn boos opzet gestuit door de verschijning van engelen, die hem en de zijnen verdreven.

En gelooft ge niet, dat deze barmhartige Hoogepriester toen ook voor den dorst van uw dorstende ziele bad, nog lang eer gij ook maar vermoeden kondt, hoe uw verdorde ziel in haar ongekenden dorst wegkwijnde? Maar hier houdt de gelijkenis dan ook op. Want wat bij het dorstige land nooit kan, dat kan bij u, en moet bij u.

Tien minuten nadat het Hart boven het altaar geplaatst was, en de tempelgangers inmiddels het gebouw ontruimd hadden, strekte de Hoogepriester met een kreet van schrik de hand naar het altaar uit.... De biddende priesters zagen op het Gouden Hart was verdwenen!" "En hoe was dit wonder geschied?" vroeg de Koning in gespannen belangstelling.

Ja, dan blonk er in dat offerdier, dat in rook en walm opging, genade voor genade over het arme kind van God, dat zelf een offerande zijn moest, maar geen offerande meer zijn kon. En nu komt de Hoogepriester onzer belijdenis en spreekt: »Zie, Heere! Ik kom om uwen wil te doen; slachtoffer en brandoffer hebt Gij niet begeerd, maar Mij hebt Gij het oor doorboord

De hoogepriester Aldebaran zat alle nachten in het boek der sterren te lezen en het lot te bespieden. Eens toen hij op het plat van zijn toren gezeten was, vloog hem plotseling eene zwarte raaf op den schouder en fluisterde hem, iets in het oor, dat hem, blij deed opspringen en zich spoeden naar het hof. Daar vond hij den koning en de koningin te zamen in smartelijk gepeins verzonken.

De koning trok rouwkleeren aan; hij en zijn hovelingen, de hoogepriester en alle priesters van Memphis, het leger van den koning en de hofhouding van den koning waren in rouwgewaden gekleed en zij trokken in processie naar de haven van Memhis naar de koninklijke bark. Toen zij aan de haven kwamen, zagen zij het lichaam van Nefer-ka-ptah in het water drijven naast de bark, dicht hij het roer.

Hij nam den titel aan van "hoogepriester van Ra-Heru-Akhti , den verhevene aan den horizon, onder zijn naam van Shu, die in Aten is"; hieruit zien wij, dat hij Aten, in overeenstemming met het in die tijden overheerschende gevoelen, eerder als de verblijfplaats van den zonnegod, dan als dien god zelf, beschouwde.

De legende, die in dit boek weergegeven is, is slechts een deel van een veel langer verhaal; het is inderdaad een geschiedenis in een geschiedenis, verteld door den "ka" van Ahura aan den hoogepriester van Memphis, toen hij zich waagde in het graf van Nefer-ka-ptah om het Boek van Thot te zoeken.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek