Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juni 2025


Daarom riepen zijn ridderen een zijner zonen tot koning uit, en met een sterk leger trok men Hengist en de zijnen tegemoet, vreemdelingen op dezen grond. In het hevig gevecht, dat volgde, sneuvelde Horsa, en de Friezen werden verslagen en verdreven. Het duurde echter niet lang, of zij keerden weder.

Hengist, de oudste, antwoordde: "Wij zijn onder geleide van Wodan op bevel onzer oversten uit ons land gegaan, zoekend andere akkers en velden. Wij willen onder u dienen, zoo het u gelieven zal." "Niet is mijn God uw God," sprak de koning, "doch ik ben verblijd, dat gij gekomen zijt, want ik heb vele vijanden, tegen wie gij mij kunt helpen.

Niet naar de bruidskamer gaat nu het toortslicht; 't Schittert en flikkert, van zwaveldamp blauw. Wet dan het staal; ha, hoe krassen de raven! Ontsteek dan het fakkellicht; Zernebock huilt! Wet dan het staal, o gij zoon van den draak! Ontsteek dan het fakkellicht, dochter van Hengist! Zwart hangt de wolk op des Heeren kasteel; De adelaar schreeuwt er; hij rijdt er op trotsch.

De diaken vertelde naar waarheid, al wat zijn oogen hadden gezien, en het was velen tot een goed exempel. Doch ook moet ge nog weten van Hengist en Horsa, de twee zonen van Udolph Haron, in 't jaar 360 hertog van Friesland. Toen zij knapen waren, zond hun vader hen naar keizer Valentianus, opdat zij alle dingen zouden leeren, die een ridder betamen.

De edelste ridders van Vortigern, zij, die opgetrokken waren tegen Hengist en Horsa, sneuvelden dien dag, ten getale van vierhonderd vijftig. Zoo herwonnen de Friezen hun stad, en ze waren tot een geesel over het land, om Horsa's dood. Zuwaert, de Martelares van Dordrecht

Daar Hengist echter zag, dat de vorst niet bemind was bij zijn volk, vroeg hij hem, of hij nog meer Friezen zou brengen. "Doe dit " riep de koning uit, "ik zal verheugd zijn uw dappere mannen in mijn land te zien." Hengist kwam terug met vele helden uit zijn volk, daarna zeide hij, dat Vortigern hem niet had beloond, gelijk 't betaamde.

Hengist zond daarom boden naar Vortigern, die hem zeide: "Niet om grond te winnen, treden de Friezen weder in uw land, noch om te vernielen, wat u toebehoort. Zij willen u beschermen tegen uw vijanden. Geef ons volk toch een stad, waar wij kunnen wonen. Hierover kunnen wij beraadslagen." De koning bepaalde, dat zij tezamen zouden komen bij Ambren: met al zijn heeren zou hij tegenwoordig zijn.

Schreeuw niet, gij grijze berijder der wolken, Bereid is uw gastmaal! Walhalla, uw maagden zien neêr, De stamme van Hengist zendt gasten. Schud uw donkere lokken, gij maagd van Walhalla; Roer uw trommels van vreugde! Menige stap richt zich straks naar uw wallen, Menig gehelmde kruin!

Trotsch en welvarend keerde hij terug om aan zijne landgenooten den rijkdom en de eenvoudigheid der Saksische edelen te beschrijven; het was eene dwaasheid, Athelstane, voorzien en voorspeld door die afstammelingen van Hengist en van zijn geharden stam, welke de eenvoudigheid hunner zeden bewaard hadden.

Toen nu eens de koning naar de stad der Friezen kwam Lancaster is deze thans genaamd zag hij Roxina, en hij was blijde om haar schoonheid. "Laat zij mijn vrouw zijn," zoo smeekte hij Hengist. Toen beraadslaagde deze met zijn broeder en zijn heeren, en ze vroegen in ruil voor Roxina een stuk land, opdat daar volk kon wonen. Dit dan geschiedde.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek