Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juli 2025


Bedenk u, zoo gij in uw ongeloof terugvalt, dan zijt gij, ofschoon niet zoo malsch als een speenvarken, ik zou willen dat ik er een voor mijn ontbijt had, toch niet te taai om gebraden te worden. Wees verstandig, Jood, en zeg mijn woorden na: Ave Maria " "Neen, wij willen geene heiligschennis, dolle priester," zei Locksley; "laat ons liever hooren, waar gij uw gevangene gevonden hebt." "Bij St.

De priesters plaatsten zich vóór den rechter en de griffier las met luider stem eene aanklacht wegens heiligschennis tegen Phileas Fogg en zijn bediende, beschuldigd een gebouw te hebben ontwijd, dat voor de eeredienst van Brahma bestemd was. "Hebt gij het gehoord?" vroeg de rechter aan Phileas Fogg. "Ja, mijnheer," antwoordde Fogg, op zijn horloge ziende, "en ik beken." "O zoo! gij bekent?...."

Ik kon er mij nog niet in zetten als mijn eigendom, maar Shakespeare en Molière, la Fontaine en Pascal kon ik mij denken als de mijnen, en met eene onwillekeurige beweging greep ik een deeltje, als om er feitelijk bezit van te nemen. Van Beek glimlachte, en knipoogde met zijne slimme kijkers. De kamenier, die er bij stond, keek mij aan of ik heiligschennis pleegde.

"Heiligschennis!" hoor ik hier den lezer roepen: "Ruisdael en Rembrandt onbehaaglijk? En 't is nog een zoogenaamde kunstkenner, die zoo iets beweert."

Zij beweren, dat al die grond, met alles wat er op groeit, door opeenvolgende vorsten aan Boeddha vermaakt is en dat geen menschelijk wezen recht heeft, zich daarvan iets toe te eigenen. Ook hebben zij tot dusver nog verhinderd de een of andere dagaba te openen om te zien wat er zich binnen, in bevindt. Dat is in hun oog groote heiligschennis.

Maar zijne talrijke vijanden zochten zijnen ondergang te bewerken. Men liet hem echter eerst met de vloot uitzeilen, want zijne persoonlijkheid en welsprekendheid waren betooverend, en hij was de lieveling des volks. In zijne afwezigheid werd hij van heiligschennis beschuldigd, en een schip de vloot nagezonden, om hem te halen.

Eerst in 1849 ging er in 's Lands Hooge Raadzaal een stem op, om te protesteeren tegen dit gemis van eerbied voor een dergelijke belangrijke historische herinnering. Het was de heer Groen van Prinsterer, die hiervoor in 't krijt trad, terwijl ook van andere zijden aan de verontwaardiging over die heiligschennis werd lucht gegeven.

Ook te voren hadden de Alcmaeoniden eenigen tijd in ballingschap doorgebracht, omdat zij, naar men beweerde, eenige aanhangers van Cylon bij de altaren der goden gedood hadden. Hoewel deze ballingschap niet van langen duur geweest kan zijn, werd de familie toch altijd door die heiligschennis bezoedeld geacht, en werd den Atheners meermalen hun verblijf in de stad verweten.

»Neen!" riep Frits Millioen met forschheid. »Neen! er staat geschreven: »gij zult geene afgoden dienen voor Mijn aangezicht! en wat afgodendienst is onwaardiger dan juist deze: een kunstenaar, die weet zijne roeping, zijn kunstvermogen van God ontvangen te hebben, mag minder dan iemand zulke heiligschennis plegen!"

Is het niet, alsof men heiligschennis begaat, als men door de beschrijving der détails de bewonderenswaardige eenheid van dit meesterwerk verduistert?

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek