United States or Niger ? Vote for the TOP Country of the Week !


Tijd- en landgenooten van hem zijn levend verbrand wegens het voorstaan van meeningen die ook de zijne waren; en hijzelf zou al zijne meeningen verloochend hebben, liever dan één zijner medemenschen op het schavot te brengen. Geboren Nederlander, was hij tegelijk een geboren kosmopoliet. Voortgekomen uit het volk, haatte hij noch het volk, noch de burgers, noch de edelen.

Zoo betoonde Luther zich een echt Christen, gehoorzaam aan het bevel van zijn Meester: Hebt uw vijanden lief. 't Was trouwens niet de persoon, maar het werk van Tetzel, dat hij haatte. Hij had het vroeger al eens gezegd: »Laat hij mij maar kwalijk bejegenen, ik zal daarom zijn vijand niet zijn; ik zal voor hem bidden als voor een vriend.

Eenige oogenblikken had haar echtgenoot een gevoel alsof hij haar bijna haatte. Toen verborg hij kermend zijn gelaat in het kussen. "Zij heeft gelijk," zeide hij bij zichzelven; "wij moeten ons in ons lot zien te schikken. Maar ik heb mijn leven bedorven. En toch heb ik haar eenmaal liefgehad een maand of twee."

De Hoogstraat liep hij, die vreeslijke straat, waar hij nooit had begrepen hoe iemand er wonen kon, die duistere gang, zoo hoog en zoo zwart, zoo troostloos leelijk en smerig besmeurd als een vettige oven na lang gebruik.... Van jongsaf had hij die straat verwenscht, hij haatte de stoffige, slordige winkels, vooral de magazijnen van goedkoope heerenkleeding, die waren er zoo veel.... Hij liep de Gedempte Botersloot over, waar, onder walmende vetkaarsen, wagens staan met allerlei koopwaar, onfrisch en beduimeld.... O ja, mooi, mooi, maar vol weemoed dat walmige toortslicht in den dampigen avond.... Hij liep maar, liep maar; óveral kwam hij dien avond, de heele donkere stad door, de Zandstraat, de Raamstraat, waar 't zeevolk lolde in kroegen en danshuizen; nu en dan keek hij, bij den armelijken schijn van een straatlantaarn, op zijn horloge, of hij al naar huis kon gaan, zonder veel kans zijn moeder of broer daar nog op te treffen....

De tractaten van 1815 griefden hem als een persoonlijke beleediging. Hij haatte Wellington met een innigen haat, welken de menigte behaagde; en sinds zeventien jaren, nauwelijks op de tusschenkomende gebeurtenissen lettende, had hij met majesteit zijn droefheid over Waterloo behouden.

Loki's laatste misdaad, en die welke de maat zijner ongerechtigheid volmaakte, was, dat hij Hodur er toe bracht den noodlottigen maretak naar Balder te werpen, die hij haatte enkel wegens zijn onbezoedelde reinheid. Misschien zou hem zelfs deze misdaad zijn vergeven, ware hij niet verhard geweest toen hij, in de gedaante van een oude vrouw Thok, een traan voor Balder storten moest.

Hij wenschte al lang niet meer het kind te bezitten; maar nu haatte hij dit kind; hij wenschte zelfs niet meer het behoud van haar leven, hij wenschte slechts haar spoedige bevrijding van dit lijden. "Dokter! wat is dat toch? Wat is dat? Mijn God!" zeide hij en nam den binnentredenden dokter bij de hand. "Het loopt naar het einde," antwoordde deze.

»Terwijl hij te paard wegreed, zag hij nog meermalen naar Cleopatra om, doch aan Arsinoë kon hij geen groet meer geven, want zij was haastig naar den tuin teruggegaan. Haar gezwollen gelaat toonde duidelijk de sporen van pas vergoten heete tranen. Van dien dag haatte zij Cleopatra met bitteren wrok. »De Koning liet op den bepaalden tijd de beide meisjes afhalen.

In weerwil van dit alles kon de hertog zich echter in de Nederlanden nooit weer eenigen invloed verwerven. Het gansche volk verachtte en haatte hem. Ook de hoop om door een nieuw verraad zijne eerzuchtig plannen te verwezenlijken, moest Anjou opgeven, want de Nederlanders waren thans gewaarschuwd en op hunne hoede.

Ik deed mijne winst met die opvoeding, maar niet op de wijze die het meest gunstig was voor hunne oogmerken, want ik haatte alle bedrog en onwaarheid, en achtte dat laagheid en lafheid, terwijl het mijn lust was mij kloek en open te vertoonen voor ieder, zooals ik was.