United States or French Polynesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Êr hêd ik anda Sâxanamarka to thêr burch Månnagârda forda wêst. Thach thêr hêd ik mâr skâmelhêd sjan, as-k hyr rikdom spêrde.

Zie, daar gaat de diplomaat met het hoofd ter neergebogen, door de lanen van zijn landgoed; voor weinige uren heeft hij een uiterst beleefden brief van den baron, zijn buurman ontvangen, waarin deze "om familie-omstandigheden als anderszins," meent van de hand van mejuffrouw Brolet te moeten afzien, terwijl hij HEd. een spoedige herstelling toewenscht.

's Avonds, toen de gezelschapsjuffrouw vrij-af bij de familie had, schelde mevrouw driemalen dat was voor mij ik kwam, en kort en goed mijnheer, wilde mevrouw dat ik HEd., 't zij met eerbied gezegd, een kornet zou geven en een jak en rok, en grummels, mijnheer! toen verkleedde mevrouw zich precies alsof ze een booi was, maar een mooie booi was ze, dat verzeker ik u.

Wij waren allen geheel bewondering, en mevrouw Kegge niet het minst, hetgeen ongetwijfeld veel voor de zaakrijkheid van het gedicht pleitte, daar HEd. van de zes woorden er maar drie verstaan had.

Anna helde fonna dik fond ik en stên. vsa skriver hêd er sin nôm inwryten, thåt wêre my en bâken. Sâ-t mith vsa burch gvngen was, was-t mith mitha ôra gvngon. Inna hâga lânda wêron hja thrvch jrtha, inna dêna landa thrvch wêter vrdên. Allêna Fryasburch to Texland wårth vnedêrad fvnden. Men al et lånd thet northward lêid hêde, wêre vnder . Noch nis-t navt boppa brocht.

Alleen onze Hollandsche vriendinnen kussen ons en kussen wij terug. Dit laatste is zelfs van zoo'n ouden datum niet. Wij lieten ons eerst maar zoenen, doch kusten nooit terug. Sedert we zoo bevriend zijn met Mevrouw Ovink Soer hebben wij zoenen geleerd. Als zij ons kuste, vroeg HEd. ons ook een kus terug. In den beginne vonden wij 't wel wat vreemd en zoenden ellendig lam.

Muller héd iets pérticuliers aén z'n neus maer wét 't wés...? De geleerde heer Drogers haalde de schouders op en trok zijn handschoenen aan. Dr. Operling ontvouwde zijn gekruiste armen, ontrimpelde zijn voorhoofd, keek nog eenmaal met een zucht naar Mullers buste, lachte toen smadelijk in zich zelf en drukte Bruins de hand ten afscheid.

U is een welwillend mèn ... ik wou dèn maer zeggen, dat ik zijn mond wèl groot vind, en dèn heb ik dèt kuiltje op zijn bovenlip, onder zijn neus, nooit opgemerkt misschien kwèm dèt wel, omdèt Muller destijds een knevel droeg en daerdoor zèl waerschijnlijk z'n mond niet normaal hebben geschenen ook z'n kin vind ik niet weerom, hèd hij zijn kin wel zoo leelijk èchteruit?

Ook dat de oorzaak des geschils verdwenen was, duurden toch de vijandschappen voort, en werden ze erfelijke veeten, hatelijk, laag en onverzoenbaar. Huber, Hed. Rechtsgeleertheyt, II 3, noemde het een krijg, "bijna van alle tegen alle, huis tegen huis, geslacht tegen geslacht, met onderling geweld, rooven en bloedvergieten."

HEd. redeneerde machtig veel onder het spelen, en niet zelden gebeurde het dat zij al pratende een of andere kleinigheid over het hoofd zag.