Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 mei 2025
Gurth werd volgens dit bevel voortgesleept, en nadat hij eenigszins ruw over den dijk aan de linker zijde van den weg getrokken was, bevond hij zich in een eenzaam boschje, dat tusschen den hollen weg en de open heivlakte lag.
"Waarheen? en wat wilt ge?" vroeg de nar. "Cedric bevrijden!" "Maar gij hebt u eerst eenige oogenblikken geleden aan zijn dienst onttrokken," zei Wamba. "Dat was maar," antwoordde Gurth, "zoo lang hij gelukkig was: volg mij." Toen de nar op het punt was van te gehoorzamen, verscheen er eensklaps een derde, die aan beiden beval te blijven staan.
Uit het dorp hoorde men het verwijderde geluid der uitgelatenste vroolijkheid, soms met gelach vermengd, soms door een gil afgebroken, en dan weer door wilde muziek afgewisseld. Al deze klanken, welke van de ongeregeldheid in de stad getuigden, die opgevuld was met de krijgshaftige edelen en hun losbandig gevolg, verwekten eenige ongerustheid bij Gurth.
"De zwijnen in Normandiërs veranderd, tot mijne verlichting!" hervatte Gurth; "verklaar me dat, Wamba, want mijn brein is te suf en mijn geest te geplaagd, om raadsels op te lossen." "Wel, hoe noemt ge die knorrende beesten, die dáár op vier pooten rondloopen?" vroeg Wamba. "Zwijnen, nar, zwijnen," antwoordde de hoeder: "ieder gek weet dat."
"Gij kunt heengaan, vriend," zei de kapitein, zich tot Gurth wendende, om de algemeene stem te bevestigen, "en ik zal u door twee van mijn kameraden den besten weg naar de tent van uw meester laten wijzen, om u tegen andere nachtwandelaars te beschermen, die een minder teeder geweten zouden hebben, dan wij; want er zijn velen op de been in een nacht, als dezen.
"Tot hiertoe, Gurth," zei hij, zich tot zijn dienaar wendende, "heeft de eer der Britsche ridderschap in mijne handen niet geleden." "En ik," zei Gurth, "ik heb, voor een Saksischen zwijnenhoeder, de rol van een Normandischen schildknaap niet slecht gespeeld." "Ja maar," antwoordde de Onterfde Ridder; "ik was toch in gedurige vrees, dat uwe boersche manieren u zouden verraden."
"En nog iets daarenboven," hernam de nar; "want hoe zouden boete en gebed Gurth er toe kunnen bewegen, u eene beleefdheid te bewijzen; of vasten en waken hem overhalen u een muilezel te leenen? Gij hadt even goed zijn zwarten, geliefkoosden beer van uw waken en uw boetedoeningen kunnen vertellen, en gij zoudt een even beleefd antwoord gekregen hebben."
Op dezen zonderlingen halsband was met Saksische letters het volgende opschrift gesneden: "Gurth, de zoon van Beowulf, geboren lijfeigene van Cedric van Rotherwood."
"Dus," zei Wamba tegen Gurth, want daar de monnik nu geheel toegerust was, had de nar, die naar den anderen kant der hut gekomen was, het einde van het gesprek gehoord, "dus hebben wij een nieuwen bondgenoot gekregen.
Ivanhoe, die andere dingen in het hoofd had, dan met den eigenaar over zijn paard te staan redeneeren, leende slechts een half oor zoowel aan de deftige raadgevingen als aan de vroolijke scherts van den Prior; hij sprong dus op het paard, beval zijn schildknaap want zoo noemde Gurth zich thans, hem bij te blijven, en volgde het spoor van den Zwarten Ridder in het woud, terwijl de Prior in de poort stond, om hem na te zien, uitroepende: "Heilige Maria!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek