Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juli 2025


TITUS. Foei, schaam u, moord'naar! mij doodt gij het hart. Mijn oogen zijn verzaad van 't zien van gruw'len; Een moord, op een onschuldige volbracht, Staat Titus' broeder slecht. Neen, ga van hier; Ik zie, wij passen voor elkander niet. MARCUS. Ach, Titus, 't was een vlieg slechts, die ik doodde.

MARCUS. Ja, dit betuig ik op mijn eer; zoo is 't. SATURNINUS. Van hier; geen woorden meer, stoort ons niet langer. TAMORA. Neen, heer, wij moeten allen vrienden zijn; Zie den tribuun daar knielen met zijn neven; Sla 't mij niet af; mijn beste, zie op hen! SATURNINUS. Marcus, om uwent- en uws broeders wil, En de' aandrang van mijn lieve Tamora, Vergeef ik dezer jonge lieden gruw'len. Rijst op!

TITUS. Ik heb geen tranen meer te storten over; En dan, die jammer is een vijand, die Mijn vochtige oogen overmeest'ren wil, Ze door een cijns van tranen blind wil maken; Hoe vond ik dan den weg naar 't hol der wraak? Ja, want mij is 't, als spraken die twee hoofden, En dreigden, dat ik nimmer zalig wordt, Eer al die gruw'len ruim vergolden zijn, Diep in den strot van hen, die ze begingen.

Ja, waar wij jaagden, was er zulk een plaats, O hadden wij er nooit, er nooit gejaagd! Geheel als die de dichter hier beschrijft, Voor moord en schennis door natuur geschapen. MARCUS. Hoe kan natuur zoo booze krochten scheppen, Zoo gruw'len niet voor goden streelend zijn?

Voor hunne gruw'len stierven onze broeders, Werd onzes vaders diepe smart gehoond, Hem door bedrog die brave hand ontfutseld, Die staâg voor Rome's roem gestreden had, Haar vijanden ten grave had gezonden, En eind'lijk ik, ikzelf, met smaad verbannen, En Rome's poorten weenend uitgedreven, Om hulp bij Rome's vijanden te zoeken, Die hunnen haat verdronken in mijn tranen, Met open armen mij als vriend omhelsden.

LUCIUS. Begraaft hem tot de borst om te verhong'ren; Zoo sta hij vast, en woede, en schreeuwe om spijs; Zoo iemand hem verkwikt, hem deernis toont, Die sterft voor deze schuld. Dit is ons vonnis; Zorgt, dat hij goed in de aard bevestigd wordt. AARON. O, waarom zouden wrok en woede zwijgen? Ik ben geen kind, dat ik met laf gebed De gruw'len zou betreuren, die ik deed.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek