United States or Mali ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daarop volgde ik Mattia weder en wij stonden stil voor eene koperen plaat, waarop men las "Greth and Galley." Mattia deed een paar schreden voorwaarts om aan de schel te trekken, maar ik hield zijn arm terug. Wat hebt ge? vroeg hij. Gij ziet zoo bleek. Wacht een oogenblik, tot ik al mijn moed bijeengezameld heb. Hij schelde en wij traden binnen.

Toen volgde er nogmaals een gesprek of liever een twist tusschen koetsier en klerk. Mattia zeide, dat de koetsier weigerde verder te gaan, omdat hij den weg niet kende; hij vroeg inlichtingen aan den klerk van Greth and Galley en deze antwoordde weder, dat hij nooit in deze dievenwijk was geweest. Ook ik verstond nu duidelijk het woord thieves. Wij waren blijkbaar hier niet in Bethnal-Green.

Wij reden nog maar altijd voort; het was al lang geleden sinds wij Greth and Galley hadden verlaten en dit versterkte mij in de meening, dat mijne ouders buiten woonden; ongetwijfeld zouden wij weldra van de enge straten in de vrije natuur komen.

Er waren vier kinderen in het vertrek, twee jongens en twee meisjes, allen blond, van hetzelfde vlasblond als hunne moeder. De oudste knaap kon ongeveer elf of twaalf jaar zijn; het jongste der twee meisjes was op zijn best drie jaar; het kroop meer dan het liep. Ik had dit alles met een enkelen oogopslag overzien vóór dat onze geleider, de klerk van Greth and Galley, nog had uitgesproken.

Toen verzocht ik Mattia, aan onzen geleider te vragen of wij niet spoedig bij mijn ouders zouden zijn; het antwoord van Mattia was wanhopend. Hij beweerde, dat de klerk van Greth and Galley gezegd had, dat hij nooit in dit dieven-kwartier was geweest. Ongetwijfeld moest Mattia zich bedriegen en begreep hij niet wat deze hem had geantwoord.

Op al die vragen waarom en hoe, had ik maar één antwoord, dat zelf eene vraag was: Waarom zou de familie Driscoll mij gezocht hebben, als ik haar kind niet was? Waarom zou zij geld gegeven hebben aan Barberin en aan Greth and Galley? Mattia verklaarde, dat hij het niet beantwoorden kon. Maar toch gaf hij zich niet gewonnen.

Hij luidde: "Lieve vrouw! "Ik lig in het gasthuis, zoo ziek, dat ik niet geloof, dat ik er van op zal komen. Als ik er de kracht toe had, zou ik u vertellen hoe het gekomen is, dat ik zoo ziek ben geworden; maar dat kan tot niets leiden; liever deel ik u mede wat van meer belang is. Als ik er niet van opkom, schrijf dan aan Greth en Galley, Green square, Lincoln's te Londen.

Daar ik niet in Frankrijk kon blijven en Vitalis opzoeken, droeg ik aan Barberin die taak op en gaf hem het geld, dat hij noodig had om naar Parijs te komen. Tevens verzocht ik hem, de rechtsgeleerden, aan wie ik mijne zaken in handen had gegeven, de heeren Greth and Galley, kennis te geven, als hij u gevonden had. Mijn eigen adres gaf ik hem niet, omdat wij alleen 's winters in Londen wonen.