United States or French Polynesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ga naar huis, ge zult ze hebben". En het goudvischje had niet gelogen, want Janneken vond al de kamers van zijn huis, van onder tot boven, zoo rijkelijk gemeubeld, dat hij zijn oogen bijna niet kon gelooven. Maar zijne vrouw was niet voldaan. "Nu ontbreekt er ons nog geld", zei ze, "we moeten immers schoon gekleed gaan, en lekker eten en drinken hebben, en eene koets met een koppel paarden.

Mythologische beteekenis hadden aanvankelijk naar alle waarschijnlijkheid stier, koe, paard, wolf, bok en everzwijn. De visschen zijn slechts zelden naar hun soort aangeduid; de snoek komt dan het meest voor, terwijl de dolfijn het sprookjesdier der oudheid bij uitstek was. In het volgende Vlaamsche sprookje is sprake van een goudvischje, dat echter plaatselijk door een kikvorsch vervangen wordt.

"Ze zou gaarne veel geld hebben, om schoone kleederen te koopen, en goed eten en drinken en eene koets met twee paarden". "Ga naar huis, ge zult het hebben!" En het goudvischje had wederom de waarheid gezegd, want toen Janneken t'huis kwam, vond hij al de kasten en laden vol goud- en zilverstukken.

Op plaatsen, die hiervoor gunstig gelegen zijn, zal de deskundige de aanwezigheid van het reusachtige dier spoedig bemerken. Met tusschenpoozen van ongeveer 3 (hoogstens 4) minuten zal een (bij stil weder duidelijk zichtbare) nevelstraal zich ongeveer een halven meter boven den waterspiegel verheffen; te gelijker tijd wordt dan een bruischend gesnuif of gesnork gehoord; beide verschijnselen worden veroorzaakt door de ademhaling van een Nijlpaard, dat zooeven boven gekomen is. Als men niet te veraf staat, kan men ook een deel van zijn kop zien: een vormlooze, roode of bruinachtig roode massa, waaraan men twee spitsen, de ooren, en vier verhevenheden, de oogen en neusgaten, onderscheidt. Meer dan het bovenste deel van den kop krijgt men van een Nijlpaard, dat zich in 't water ophoudt, zelden te zien; hij die het voor de eerste maal aanschouwt, zal het waarschijnlijk niet herkennen. Als men onder den wind blijft en iedere storing vermijdt, kan men het op- en neerzwemmende dier, dat in 't water als 't ware speelt, gemakkelijk nagaan; men ziet dan ook op het ingedrukte voorhoofd, tusschen de oogen en de ooren, een kleine plas overblijven, die genoeg water bevat om tot verblijfplaats te dienen van een Goudvischje of een paar Bermpjes. Hoogst zelden blijft een van de waterreuzen een weinig langer onder water dan hierboven aangegeven werd; hij moet alle 4 of 5 minuten ademhalen. De mededeelingen van sommige reizigers, die het dier 10

Doch, in hare hoovaardij, wilde de vrouw nog hooger klimmen en ze zei tot haar man: "We kunnen van het vischje toch alles verkrijgen, wat wij zouden wenschen; welnu, ga morgen nog eens naar de zee, en zeg aan het goudvischje, dat gij verlangt God te zijn, en ik Onze Lieve Vrouwe".

"Keer seffens weer naar de zee", zegde zij, "en vraag ons een schoon huis, want dat wonen onder eenen mostaardpot staat mij al lang tegen". De man trok op naar het strand en riep: "Vischken, vischken uit het water, Kom bij Janneken Tietentater!" Op hetzelfde oogenblik stak het goudvischje zijn kopje boven. "Wat belieft er U, Janneken, mijn manneken?" vroeg het.