Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 mei 2025
Goenther echter zeide, en hij geloofde niet, dat het gebeuren kon : "Als men Hagen het hart uit het lijf snijdt en het bloederig op mijn hand legt, zal ik mijn leven met Fafners goud afkoopen." Toen sneden Atli's mannen Hialli, den kok van den koning, het hart uit het lijf en legden het bloederig op een schotel en boden het Goenther aan.
Juist kroop daar de slang 't was Atli's moeder en stak Goenther in het hart, en ik kon mijn held niet helpen. 't Is wonder, dat ik nog langer leven bleef: ik beminde dien man zoo veel als mijzelve. Nu hebt gij het verhaal van mijn noodlot vernomen. Wat geeft het? Een ieder leeft naar eigen verlangen." Dit is het einde van "Ortroens klacht." De Zang bij den molen
Dwars door uw pantser stak bloedig staal in uw borst, en rondom u huilden de wolven." Goenther antwoordde haar: "De klank van speren werd wolvengehuil." Zijn vrouw echter zeide: "Een stroom stortte zich in de zaal, en overstroomde de zetels, en u beiden wierp hij van de voeten en het water spaarde niets. Dat moet iets beteekenen.
Hagen echter sloeg zeven mannen neer en stiet den achtste in een brandend vuur: zoo trachtte hij nog zijn broeder te redden. Daarop vroegen Atli's mannen aan Goenther, of hij zijn leven koopen wilde met Fafners goud.
Goenther antwoordde: "Nu is het te laat om de Nevelingen bij elkander te roepen, het is te ver om mijn mannen tot het gevecht te halen, de onverschrokken helden van den roodrotsigen Rijn." Toen kwamen de mannen van Atli te voorschijn, en zij riepen: "Het was reeds lang besloten uw leven te belagen." Tevergeefs trachtte Goedroen den vrede te bewaren, en allen riepen: "Neen."
De Siegfriedsage Siegmond, uit het Welsingen-geslacht, was koning in Frankenland, en hij had een zoon, die Binder heette. Borghilde, de vrouw van Siegmond, had een broeder en diens naam was Goenther. Binder en Goenther beminden echter dezelfde vrouw, en daarom sloeg Binder hem dood. Toen Binder thuis kwam beval Borghilde hem weer heen te gaan, want hij was haar stiefzoon.
Goenther wendde het hoofd tot Hagen en zeide: "Wat raadt gij aan te doen? Ik geloof niet, dat er op Gnitaheide meer goud te vinden is dan wij bezitten, en wij hebben zeven zalen vol zwaarden, en elk zwaard heeft een gouden greep.
Haar oogen gloeiden en zij knarste op de tanden, toen zij de wonden van Siegfried zag. En zij zeide: "Nooit zal ik dien aanblik vergeten. Van al die smarten draagt het goud de schuld, waarvan ik den gloed gezien heb rondom den bezitter van den drakenschat. Wel moet ik dien rit nu rijkelijk boeten." Toen ging Brunhilde naar het nachtvertrek van Goenther.
Ortroen verhaalt haar wedervaren aan Borgni, toen deze een kind had gebaard. Dit kind heet te zijn van "den man, die Hagen doodde", d. i. van Atli zelf. Atli had dus met Borgni gedaan wat Goenther deed met Ortroen, en Atli wreekte op Goenther dezelfde daad, waaraan hij schuldig stond.
Goenther ging uit om haar te zoeken, en toen hij haar gevonden had vroeg hij haar, welke droefheid haar drukte, en of hij haar ook helpen kon. Brunhilde zeide tot hem: "Goenther, mij en mijn land zult gij weldra verliezen. Ik vind hier geen vreugde meer, ik wil wederkeeren waar ik vroeger was, naar mijn verwanten en stamgenooten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek