Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juli 2025


En dan lachen de boozen en pochen op hun voorspoed, en die kinderen Gods in de smeltkroes weenen van weedom des harten. En zelfs Asaf verstaat het niet, en was bijna uitgegleden, ziende den voorspoed der goddeloozen. Maar ook bij dien angst houdt de Heere zich niet op. Hij gaat door, altoos door met het heilig louteringsproces, dat zijn kinderen doorloopen moeten.

Maar daar ving de berg aan vlammen uit te braken; deze vervolgden de dienaren des Vorsten tot in de stad en Tambora met zijn koning werd door de aarde verzwolgen. Waar vroeger de stad der goddeloozen stond ankeren thans schepen op drie vademen diepte." Men heeft in Indië wel eens de gewoonte het "Gouvernement" van alles de schuld te geven, wat er gebeurt.

Robrecht sloeg, van verontwaardiging sidderend, de hand aan zijn zwaard en, terwijl hij zich naar de deur richtte, morde hij, dat hij een einde aan de baldadigheid der Houtkerels zou stellen, al moest hij ook dien goddeloozen het hoofd klooven ... maar hij deinsde eensklaps terug, als hadde een onverwacht gezicht hem met verschriktheid geslagen.

"Het was algemeen bekend," zeide zij, "dat, na de verovering van Koning Willem, zijn Normandische volgelingen, trotsch geworden door eene zoo groote overwinning, geen andere wet erkenden, dan hun eigen, goddeloozen wil, en de overwonnen Saksers niet alleen van land en goed beroofden, maar de eer hunner vrouwen en dochters met de meest teugellooze ongebondenheid schonden; en van daar was het de gewoonte van vrouwen en meisjes van adellijke familie, den sluier aan te nemen, en in de kloosters eene schuilplaats te zoeken, niet als geroepen door de stem van God, maar alleen om haar eer tegen de toomelooze slechtheid der mannen te bewaren."

Psalm éen heft dies aan met het: »Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in den raad der goddeloozenen Psalm twee sluit eveneens met een: »Welgelukzalig zijn allen, die op Hem betrouwenZoo is alles in den Psalmbundel schoon geordend. Eigenlijk zijn het vijf bundels in éen bundel, en zijn elk dezer bundels door een bijna gelijkluidend refrein van elkaar gescheiden.

Ja, de God des hemels zal aldus het vuur uitdooven van uwen goddeloozen haat tegen Onze Zoete Moeder, de Heilige Roomsche Kerk, tegen de genadige santen, de eerwaarde bisschoppen en de gezegende plakkaten, die zoo zachtmoedig en wijselijk uitgedacht zijn. Ja, en van het hoogste des hemelrijks zal ik u zien, paars lijk beeten, of wit lijk rapen, van koude. Zoo zij en zoo weze!

Toen dreunde de vuist van Kunz op de eikenhouten tafel, zoodat de kannen rammelden, en hij voer hevig uit tegen de valschheid van zulk een slang. Maar de bisschop wees hem op zijn goddeloozen toorn, aangezien het vrome kind slechts gehoor gegeven had aan den geestelijken aandrang. Hoofdschuddend sloeg de heer Kunz de handen in elkaar.

"Pater, Zijn Excellentie is hier plaatsvervanger van den Koning als beschermer van de Kerk!" riep de krijgsman opstaande. "Och wat Excellentie of plaatsvervanger!" antwoordde de Franciskaner, die ook opstond. "In vroeger tijd zouden ze 'm wel eruit gezet hebben, zooals dat gebeurd is met dien goddeloozen gouverneur Bustamante. Dat waren nog 's tijden van goed geloof!"

"De weg der goddeloozen is als een donker, zij weten niet waarover zij struikelen zullen." De vliering van het huis dat Legree bewoonde was, gelijk de meeste andere vlieringen, eene holle donkere ruimte, met spinnewebben behangen en met afgekeurd huisraad bezet.

Het is een jonge vrouw, die 't licht draagt. 't Duurt maar een oogenblik; dan is ze weer weg; maar het volk meent, dat zij haar herkend hebben. "Ze had dik, zwart haar en roode wangen!" roepen ze. "Ze is hier. Ze houden haar hier verborgen!" "Ach, kavaliers! Heb jullie haar hier? Heb jullie ons kind, van wie God het verstand weggenomen heeft, hier op Ekeby? Goddeloozen, wat doe je met haar?

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek