Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


Een glasruit van het winkelvenster werd met geweld stukgeslagen. De barbier werd zoo bleek als de dood. "Mijn God! daar is er een!" riep hij. "Wat?" "Een kanonskogel." "Hier is hij," zei de soldaat. En hij raapte iets op, dat over den grond rolde. 't Was een keisteen. De barbier ijlde naar 't gebroken glas en zag Gavroche, die zoo hard hij kon naar de St. Jansmarkt liep.

Gepreekt wordt er niet, slechts enkele bijbelteksten leest de priester aan de gemeente voor. Na de mis houdt hij een kruisbeeld op, dat door de vrome aanwezigen, die in file langs hem gaan, wordt gekust. Op Walamo zagen wij ook vele pelgrims, na elkaar, dezelfde glasruit waaronder relequien bewaard werden, met de lippen aanraken.

Augusta is naar haar kamertje gegaan en blijft daar een oogenblik in gepeins voor 't venster staan; zij merkt niet, dat de glasruit bevroren is en dat ze niet naar buiten ziet. Zij denkt aan 't geen zij hoorde en tracht zichzelf rekenschap te geven van wat zij ondervindt. In langen tijd heeft zij zich niet zoo tevreden en gelukkig gevoeld als nu. Zou 't kunnen komen, omdat Dorus terug is?

Felix liet zich tot tegen den muur terug dringen, steeds afwerend; toen sloeg hij met een geweldigen houw Nikita's sabel aan splinters, en bracht tegelijkertijd Brunowski een slag op den borstbeschermer toe, die den President den adem benam en hem een oogenblik deed terugdeinzen. Van die seconde maakte Felix gebruik rinkelend vloog Brunowski's sabel door een glasruit.

Met blauwe neuzen en strakke koonen keeren de vrome kerkgangers naar hunne huizen terug of zoeken vrienden en bekenden op, bij wie zij den Kerstdag zullen doorbrengen. Voor 't venster der woning van den muziekmeester staat Augusta en wischt met haar zakdoek een plek schoon op een glasruit, waar de ijsbloemen den strijd om haar leven moeten opgeven, want de kachel is haar moordenaar.

Jondrette had den tijd zijn oudste dochter in 't oor te fluisteren: "De vrek! wat meent hij dat ik met vijf francs kan uitvoeren? Mijn stoel en glasruit zijn er niet eens meê betaald. Men make nu nog kosten!" Ondertusschen had mijnheer Leblanc een groote bruine jas uitgetrokken, die hij over zijn blauwe jas droeg, en op den rug van den stoel geworpen.

Aan onszelf overgelaten, zou er óf geen venster in den somberen muur, óf niets dan een bestoven en bezoedelde glasruit wezen, die voor ons oog alles nog grauwer, nog somberder, nog doffer tintte, dan we het zien met het bloote oog. Dan overkomt ons wrevel en moedeloosheid. Zoo donker is het pad voor ons uit. Zoo met ongerechtigheid overvloeid is het eindweegs, dat we achter ons hebben.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek