Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juni 2025
Allen: Henegouwen, Brabant, Luxemburg, Limburg, Namen, Luik, de vrije, vurige stede, allen! Het bloed kiemt en rijst. De oogst is rijp voor de zeis.... Vive le Geus! ... Aan ons de Noordzee, de wijde zee van het Noorden! Aan ons de goede kanonnen, de slanke schepen, het stoutmoedige heir van de dappere zeelieden: edelen, poorters en arbeiders, die de vervolging ontvluchten.
Alles wat nog recht staat, zegt hij, zal neergehaald worden, en Zijn Koninklijke Majesteit zal het land bevolken met vreemdelingen. Bijt, hertog, bijt! De vijl breekt de tanden der adderen; wij, wij zijn vijlen! Vive le Geus! ... Alva, het bloed maakt u dronken! Meent gij, dat wij uwe bedreigingen vreezen of aan uwe goedertierenheid gelooven?
Twee volksliederen, welke in dien tijd ontstonden en de gevoelens der Nederlanders jegens Alba en de Spanjaarden getrouw afspiegelen, mogen het slot van dit hoogst belangrijk deel der Nederlandsche geschiedenis vormen: »Slaet op den tromele, van dirre dom deyne; Slaet op den tromele, van dirre dom does: Slaet op den tromele, van dirre dom deyne; Vive le geus! is nu de loes.
Zijt gij de ziel van eenen Geus, ga dan naar het hemelrijk; zijt gij die van eenen Spanjool, keer terug naar de helle, die u braakte. Nele zeide hem: Beleedig nooit de zielen, al waren het zielen van beulen. En, terwijl zij heur dwaallichtje op den top van heuren vinger deed dansen, zeide zij: Lichtje, liefelijk lichtje, welke miede brengt gij uit het land van de zielen? Wat doen zij?
Op de schepen der Geuzen, onder den helderen hemel, op de schuimende golven, weerklinken pijpen en doedelzakken, klokken de flesschen, rinkelen de klinkaards, flikkeren de bussen der geweren. Nu, sprak Uilenspiegel, slaat op de trom van de zege, slaat de trom van de vreugde! Vive le Geus! Spanje is verslagen,de vampier is getemd. Aan ons de zee, Brielle is genomen!
Aan ons de eenden en hazen! Wij zijn de heeren! De boeren geven ons brood en spek, zooveel als wij willen. Bezie ze, Lamme. Schuw, armoedig, vastberaden en zonder genade, zwerven zij door de bosschen met hunne aksten, hellebaarden, zweerden, kruismessen, pijken, lansen, kruisbogen, bussen, want alle wapens zijn goed, en onder vendrigs willen zij niet staan. Vive le geus!
Johan Doxa stond plots recht en riep: "Een pint geus voor heel de Kompanie!" Het docht hem dat zijn gansch wezen openging. De woorden die hij geschreeuwd had bleven trillen door zijn lichaam, als op pezen van metaal. Hij viel neer op zijn stoel en zweette een beetje. De jonge paren keken om en naderden de tafel waar hij zat gelijk een, die, bedwelmd, zijne eigene troonplechtigheid bijwoont.
Hij was zoo vuil als iemand zijn kan, die voortdurig met twee koolzwarte handen in zijn beregend aangezicht heeft gewreven. Uit schaamte vroeg hij een tweede flesch geus. En ze dronken. En ze praatten over kleine, ledige zaken. Johan Doxa vertrok bij noenstond. Toen hij te midden van de Groote Markt stond, vroeg hij zich af wat hij hier kwam doen. Hij keek wonderlijk op naar de gulden gildehuizen.
Bloedhonden legt men aan de keten totdat zij verrekken; aan de keten, de monniken; aan de keten, de bloedhonden van den hertog van Alva; in den kerker, de beulen! Vive le Geus! Maar, sprak Uilenspiegel, Oranje, onze prins van de vrijheid, wil dat men, bij elke overgave, de goedingen der menschen en het vrije geweten eerbiedige.
Slaat op den trommel. Zege en roem! Leve de Geus! Slaat op de trom. Het zwaard is getogen, harten hoog, Vuisten vast; het zwaard is getogen. Weg met den Tienden Penning, den nood, den dood! Ter galge de beul, ter galge de roover! Meineedig vorst wil het volk in oproer. Het zwaard is getogen voor ons rechten, Voor huis en have, voor vrouw en kinderen. Het zwaard is getogen. Slaat op de trom.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek