Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juli 2025
Hij had gezworven hoog langs de wijnbergen en in den boomgaard gelezen en nagedacht; hij had gespit in den moestuin en de duiven verzorgd in den til en de bijen in de korven, hij had de ochtenden verdroomd in het bloeiende gras en in de klare nachten tot de sterren opgezien, en alles was geluk geweest, werken en lezen en nietsdoen en het ademen zelf, alles.
Dit vermengen met losmakende specie kan men in zoodanig geval gerust met eene eerste flinke bemesting gelijk stellen, zoodat men er in het eerste jaar verder niets van dien aard behoeft bij te brengen. Geheel zal men zijn doel dan nog niet bereiken, maar die gedeelten, welke later jaarlijks worden gespit, en dan af en toe matig kunnen bemest worden, zullen ook met ieder jaar beter worden.
In den bodem werden voren bespeurd, die met menschenhanden gespit waren. Een schop, die achtergelaten was, stak nog in den grond. »De kreek is dus bewoond?..." vroeg Gilbert Burbank. »Dat schijnt wel," antwoordde Mars. »Dat had ik niet gedacht." »Misschien is zij slechts bekend aan eenige woudbewoners, misschien aan zwerf-Indianen die er eenige groenten teelen. Dunkt u niet, master Gilbert?"
Hij zag zich al in gedachten als eigenaar van een groote, rijke hoeve. Op eens herinnerde hij zich toen, hoe Jan en hij hadden gespit om een put te maken, en dat Jan een stuk klei had opgenomen en gezegd, dat hij goud had gevonden. "Hij wist dat van den mergel," dacht Sigurd. "Hij heeft het aldoor geweten. En hij wilde liever als bedelaar rondzwerven, dan thuis blijven en ons allen rijk maken."
De weg naar den kant van Luz levert gansch geene onaangename wandeling op: men ziet 'er tegen de helling der bergen, of aan de boorden van de Bastan, nog eenige weilanden en akkers, die niet geploegd of gespit, maar met eene soort van houweelen bewerkt worden, om 'er wat rogge op te telen; hier en daar staan zelfs nog al eenige struiken en boomen, en bij de hutten, die men 'er aantreft, zijn nog al tuintjes, waarin ik echter niet veel anders dan koolen en boonen zag staan.
~Dageraad~ en ~krieken~ wijzen op het begin van het licht, ~ochtend~ op het begin van den tijd of den dag. ~Morgen~ ziet meer op de eerste uren, het eerste gedeelte van den dag: Dezen ~morgen~ heb ik in den tuin gespit. Soms gebruikt men ook ochtend, waar morgen bedoeld is: Gisteren~ochtend~ deed ik een frissche wandeling.
De linkerhand houdt hij boven de oogen, om, zoover de nevel toelaat, den weg af te turen. Hij ziet uit, of men nog niet in aantocht is met den inhoud voor de ruimte, die hij gespit heeft in de moederaarde. De doodgraver huivert in de kille vochtigheid. Hij verbeidt den inhoud voor zijn kuil met ongeduld. Grauw is het ook op den weg, dien de doodgraver aftuurt.
Ook by den minstwelvarende zyn ze toch gewoonlyk van messing. Patjol: 't werktuig dat de Javaan als spade gebruikt. Het blad zit, als 't yzer van 'n houweel, loodrecht op den houten steel. Er wordt dus mee gehouwen, niet gespit, 'n eigenaardigheid die misschien hieruit voortvloeit, dat de inlander blootvoets gaat. Oeser-oeseran. 't Woord wordt in den tekst verklaard.
De vrouwen namen Fuegia goed op en waren zeer vriendelijk tegen haar. Wij hadden reeds opgemerkt, dat Jemmy zijn eigen taal bijna vergeten was. Ik geloof, dat er moeilijk iemand te vinden zal zijn zoo weinig bespraakt als hij, want ook zijn Engelsch was zeer onvolkomen. Gedurende de drie volgende dagen, toen de tuinen gespit en de wigwams gebouwd werden, ging alles vreedzaam zijn gang.
Doch Shelley's stem zei, klinkend als het golven Van wind door slank-getopte popel-takken: "De aarde werd woonoord voor gespeende wolven, "Die met hun jonge tanden alles pakken. "Dra zullen dichters wonen in barakken, "Waar, als zij daags hebben gespit, gedolven, "Zij worden heengedreven door de kolven "Van vunze Bolsjewistische Kozakken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek