Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juli 2025
Verhaal van de verrigtingen der Jezuieten in Friesland is de titel van dit geschrift, dat, uit het latijn vertaald, in 1842 door de Heeren AMERSFOORDT en EVERTSZ is uitgegeven, met vele belangrijke aanmerkingen over dit onderwerp verrijkt.
»Wat eischt gij van mij voor het teruggeven van dit geschrift?" hernam Kin-Fo. Hij wachtte echter tevergeefs op eenig antwoord. »Lao-Shen", sprak Kin-Fo verder, »ik zal u een wissel geven op den bankier, dien gij noemt, in de stad die gij verkiest, en die zonder korting zal uitbetaald worden zonder dat de man door wien gij hem wilt laten ontvangen deswege zal verontrust worden."
Het geschrift is geschreven met zwarten inkt met uitzondering van sommige zinnen, die met rooden inkt geschreven zijn. Hieratisch is het loopende schrift, dat afgeleid is van de hieroglyphen; het vroegste voorbeeld komt voor in de eerste dynastie; het werd in het laatste tijdperk van de Egyptische geschiedenis vervangen door het Demotisch.
Een man als je patroon, van wien men onderstellen mag dat hij denkt alvorens te schrijven nee dankje, dien stoel kan ik wel zelf.... ik zeg, zulk een man zal aan 't slot van zijn geschrift niet weerspreken wat hij vooropstelt. Genoeg, ik ken dien brief, al las ik hem niet ten einde. De kern...."
Uitsluitend wat de uitoefening van hun recht betreft zijn de auteur en de vertaler van elkaar afhankelijk, omdat het vertaalde geschrift, dat als voorwerp van exploitatie één geheel uitmaakt, de objecten van beider rechten in zich bevat.
Voorts is als inbreuk op het persoonlijkheidsrecht te beschouwen het openbaar maken van een geschrift of kunstwerk, waarin zonder voorkennis van den auteur wijzigingen zijn aangebracht; want ook hierdoor wordt hem een werk toegeschreven, dat hij misschien in dien gewijzigden vorm niet als het zijne zou willen erkennen, en dat zijnen naam als kunstenaar of geleerde groote schade kan aandoen.
"Die was eigenlijk voor Z. H. bestemd," zeide Raesfelt: "doch daar UEd. aan de Hoven geweest zijt, zoude UEd. mij waarschijnlijk wel met raad kunnen dienen en mij zeggen, of het zoo goed is." "Hm! hm!" zeide Botbergen, het geschrift haastig doorloopende: "wat lang, wat gerekt; doch de stijl is keurig en hoogdravend: eilieve! waar handelt het eigenlijk over?"
"Maar," merkte Gideon Spilett op, "dit bewijst dat hier niet alleen menschen aan wal zijn geweest, maar dat zij het zelfs gedurende eenigen tijd bewoond hebben." Wie waren deze menschen? Hoeveel waren er? Hoeveel zijn er nog? "Het geschrift," zeide Harbert, "spreekt slechts van één schipbreukeling." "Welnu, indien er nog éen is," antwoordde Pencroff, "dan moeten wij hem ook volstrekt vinden!"
Wanneer nu Adela haar geschrift aanvangt met haar eigen optreden in eene volksvergadering, 30 jaren na den dag dat de Eeremoeder was omgebracht, dan zijn wij in het jaar 559 voor Chr.
Hij was zeer vermogend en had zijn huis weelderig en met fijnen smaak ingericht; zijne keuken, wijnkelder en vischvijvers waren beroemd en zijne overdreven zorg daarvoor maakte hem wel eens tot een mikpunt van spotternij. Wij hebben geen enkel geschrift van hem; hij dichtte ook, doch zijne verzen konden den toets van zedelijkheid niet doorstaan. Ook schreef hij annales.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek