Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 mei 2025


En de Bourgondische vloek: "Je renie Dieu", is de ergste van allen; men verzacht hem tot: "Je renie de bottes". De Bourgondiërs hadden den naam van aartsvloekers; trouwens Frankrijk in het algemeen, klaagt Gerson, lijdt, zoo christelijk als het is, meer dan andere landen onder die afschuwelijke zonde, die de oorzaak is van pestilentie, oorlogen en hongersnood.

II p. 10 no. 77, Inventaris van Karel den Stoute, waar wel sprake zal zijn van hetzelfde exemplaar. Gerson, Opera, III p. 947. Journal d'un bourgeois, p. 366 . Een nederl. aflaatbrief uit de 14e eeuw, ed. J. Verdam, Ned. Archief voor Kerkgesch. 1900, p. 117-122. A. Eekhof, De questierders van den aflaat in de Noordelijke Nederl., 's Grav. 1909, p. 12.

Dat kon zich hechten aan de nauwelijks verbeelde engelfiguur, terugkeeren tot de onmiddellijkheid van het bovennatuurlijke. Het is alweer Gerson, de nauwgezette ijveraar voor zuiverheid in het geloof, die de vereering des beschermengels herhaaldelijk aanbeveelt. Doch ook hier dreigt alweer die zucht tot uitwerking der bijzonderheden, die het vrome gehalte der vereering slechts schaden kon.

Onder in den schitterenden kelk van den Roman de la rose ziet de moralist al den bitteren droesem. "Vanwaar, roept Gerson uit vanwaar de bastaarden, vanwaar de kindermoorden, de afdrijvingen, vanwaar de haat en de vergiftiging van echtgenooten?" Van den kant der vrouwen zelf klinkt een andere aanklacht. Al die conventioneele vormen der liefde zijn mannenwerk.

Want wie zou het anders zijn dan Gerson zelf, die man, dien hij kende, die uit loffelijke devotie een gemeenzame vriendschap in den Heer had gekweekt met een geestelijke zuster: "aanvankelijk ontbrak het vuur van eenige vleeschelijkheid, maar gaandeweg wies uit den geregelden omgang een liefde, die niet geheel en al meer in God was, zoodat hij zich niet meer kon weerhouden, haar te bezoeken, of in haar afwezigheid aan haar te denken.

Gerson vertelt van een aanzienlijk man, die aan een Kartuizer had bekend, dat hem een doodzonde, en hij noemde met name die der onkuischheid, de minne Gods niet belemmerde, maar hem integendeel ontvlamde om de goddelijke zoetheid nog inniger te prijzen en te begeeren.

Het voorbeeld van Sint Aegidius, Germanus, Quiricus bij Gerson, De via imitativa, III p. 777; vgl. Contra gulam sermo, ib. p. 909. Olivier Maillard, Serm. de sanctis fol. 8a. Innocentius III, De contemptu mundi 1. I, c. I, Migne, t. CCXVII p. 702ss. Bonaventura, In secundum librum sententiarum, dist. 41, art. 1. qu. 2, ib. 30, 2, 1, 34; in quart. lib. sent. d. 34, a.

Maar daarnaast stonden al de gevallen, waar de ethische beoordeeling der uitingen van vroomheid hem het richtsnoer moest zijn, waar zijn gevoel voor maat en goeden smaak hem het vonnis moest ingeven. Er is geen deugd, zegt Gerson, die in deze ellendige tijden van het schisma meer uit het oog wordt verloren dan de Discretio.

Of wel de prikkel wordt gevonden in het exorbitante van het voorbeeld in verband met den leeftijd des voorbeeldigen: Sint Nicolaas weigerde op hooge feestdagen de moedermelk; voor standvastigheid beveelt Gerson het voorbeeld aan van Sint Quiricus, een martelaartje van drie jaren of zelfs negen maanden, die zich door den praefect niet wou laten troosten, en in den afgrond werd geworpen.

Basin, I p. xliv. Chastellain, III p. 106. Sermo de nativ. domini, Gerson, Opera, III p. 947. Le Pastoralet, vs. 2043. Jean Jouffroy, Oratio, I p. 188. La Marche, I p. 63. Gerson, Querela nomine Universitatis etc., Opera, IV p. 574; vgl. Rel. de S. Denis, III p. 185. Chastellain, II p. 375, vgl. 307. Commines, I p. 111, 363. Monstrelet, IV p. 388. Bassin, I p. 66.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek