United States or Montenegro ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hollandia, aan de Humboldtsbaai, eindpunt der Noord-Nieuw-Guinea reis. De boot laat het anker vallen voor een drukke kleine handelsplaats aan de monding van een rivier. Dicht gerijd staan langs beide oevers de huisjes, de stroom is als een dobberende markt.

Vreemde, stootende kreten stijgen uit iederen korf kreten die enkel door den doodsangst worden uitgedrongen. De darren liggen niet meer onbekommerd tusschen de raten gerijd, rustig de eene roes uitslapend en droomend van de volgende. Zij zijn nu allen goed wakker, en vluchten radeloos om hun leven, door de nauwe straten van de bijenstad, woest gejaagd door de werksters.

Dit was immers het schilderachtig pad van het Landsmeersche Schouw naar Broek in Waterland? Die weg, waarlangs tal van woningen, temidden van het groen, zoo vriendelijk stonden gerijd, eenvoudige tusschen welvarende? Er staat er bijna niet één meer. Verdwenen, nagenoeg alle! Verzwolgen, met alwat de ijlings gevloden bewoners erin achterlieten!

Emilie weidde over alles een laatsten blik, verschikte een stoel, schoof een kleedje recht. Het is klaar! alles is klaar! dacht zij vergenoegd. Inderdaad was alles klaar, zoo goed in de slaapkamer als in het kantoor, waar in de antieke boekenkast nu alle boeken gerijd, en het boudoirtje, waar de stoeltjes om het babytafeltje stonden, als had men er twee minuten te voren op gezeten.

Een lang dorp van bruine paalwoningen staat langs den oever gerijd. Spiernaakte kwajongens, van te voren al glimmend van pret, komen op een ren den oever afgevlogen, springen in een prauw en roeien de boot tegemoet, om zich eens heerlijk te laten schommelen op de lange schuinsche golven van het kielzog. Die geen prauw bezit, springt in het water.

Overigens telt Friesland slechts weinige steden, maar daarentegen des te talrijker dorpen en buurtschappen, die, bijna door het gansche land, zoodanig aan elkander gerijd zijn, dat men de eene van de andere naauwelijks onderscheiden kan. In sommige deelen vindt men uitgestrekte en nuttige meren, die overvloed van visch opleveren.

Ik vloek den dag dat mij voor 't eerst verblijd Het licht heeft dier verraderlijke oogen; En 't uur dat ge in mijn hart gekomen zijt En hebt mijn ziel er ganschlijk aan onttogen! Ik vloek de vijl van mijn kunstvaardigheid, Die blank sleep al dier schoone woorden logen, Die 'k voor u vond en heb in rijm gerijd, Opdat men eeuwig u zoude eeren mogen!

Voor 't eerst zag Eleazar 'm van dichtbij 'n jongen van zestien of zeventien, of vijftien, met aankomend snordons, bleek en met vet-rooie lippen. Hij kon ouder geweest zijn, dor mannetje als-ie leek. "Dag", zei-ie, Eleazar niet herkennend. "Hei-je verkoch?" , vroeg Poddy, 'n doos overnemend, waarin netjes gerijd de sigaretten lagen. "Nimmendal", zei de jongen, bot.

De toegesnelde mannen, die zich weldra met hun lederen emmers gewapend, dubbel hadden gerijd van de watertrappen aan de Grootemarkt tot de plaats des onheils, mochten zich weren zoo hard zij konden, mochten vliegensvlug de gevulde en weer geledigde emmers en ketels van hand tot hand doen gaan, de vlammen vonden een te willige prooi in de belendende gebouwen, werden te zeer aangewakkerd door den sterken zuidwestenwind, dan dat de strijd tusschen de twee elementen lang onbeslist kon blijven.

Maar boven, in het groote huis, sliepen nog de meeste komedianten. Zij sliepen, luier dan hun dominus, gerijd naast elkaâr op dunne, vuile matrasjes, hun arm vaak hun eenige kussen, hun mantel hun eenige dek. Als kooien stapelden in die nieuwe-wijk-huizen de kamertjes boven en over elkaâr.