Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 mei 2025


Den eersten dach doen wast een storm ende heel kout weder, zo dat wij den Prince doen niet en spraken, maar den tweeden dach daaraan heeft den Prince ons een zeker uure gestelt, als den maaltijt gedaan was na den middag, dat wij dan op de plaatze gereet zouden staan, waarbij dat de Prince ook tegen ons zeide: Mannen, ik heb gisteren wel om u gedocht, ik en zoude niet gaarne hebben, dat gij een ziekte zoude halen om mijnent wille.

De Weduwe kwam niet te rug, voor myn Broeder insgelyks weg was: de vreugd ging haren gang: ten drie uuren waren de Koetzen gereet: elk nam even vrolyk, minzaam en even vriendlyk afscheid en ging naar zyn eigen huis. Vóór ik ga zien, of de Jonge Lieden al by de hand zyn, sluit ik deezen. Myn vader is nu zo minzaam als altoos welmenent eerlyk: en nu durven wy hem beminnen.

Ik ben nu ruim vyftig jaar, en schoon ik, God dank! zo gezont als een visch ben, en noch van ziekte of podagra weet, zo denk ik, dat het best is om voor de grote reis zo onder de hand wat klarigheid te maken; want men kan toch nooit weten, wanneer het de Dood gelegen komt ons te bezoeken, zo dat het best is om altoos gereet te zyn. Wat zegt gy, Mevrouw?

Alzo den tijt bestemt was, zoo zijn wij op de plaatze gegaan, ende gereetgestaan; doen is den Prince Mauritius, met zijn broeder Prins Henderik, met Graaf Willem van Vrieslant, met Graaf Ernst, ende meer andere groote Heeren en Edelluiden met de koetzen bij ons gekomen, ende daar alzo gelijk bij ons staande, doen zeide den Prince Mauritius: Mannen, ik ben nu gereet om te zien; waarop ik Jan Adriaansz.

Nu, Schat, gy zult veel méér zien; of ik verdien voor schelm uit het Regiment Ligtmissen gejaagt te worden. En kon Mevrouw Buigzaam niet om huisselyke zaken? ô Ik heb achting voor huishoudende Vrouwen; gy doet wel, schone Weduw! Bezorg, dat morgen voor den middag myn Fargon en de harddravers, Kwast en Bles, gereet zyn, om naar buiten, doch langs een omweg te ryden.

om dan later opnieuw aan te vangen met het recapituleerende vs. 1689: Nu es die biechte ghedaen. Een drietal recapituleerende verzen vinden wij een eind verder na vs. 1962. Wij lezen daar: Nu waren die drie heren gereet, die Reinaerde waren te wreet. dat was de wulf ende Tibeert ende her Bruun die hadde gheleert honich stelen te sinen scaden.

Nu, myne koets staat gereet; ik ga haar halen: de Dame, daar zy by logeert, heb ik ook door haar verzogt. ô Ik weet wél, dat die niet uitgaat op zulke partytjes! En de malle meid, die er by was, ook! nu dat bruit nog wat heen. Ik weet al, hoe ik met haar moet omgaan. Zy zal bukken voor my, dien zy niet vreest. Mooglyk vorder ik in deeze laatste vyf uuren reeds merkelyk. Tien uuren, des avonds.

De eetzaal was gereet gemaakt, om ons Soupée te houden: het overtrof nog het Verjarings Collation. De Heer Blankaart's knegt, die van Vader, en die der Weduwe dienden. Men had voor hun wel degelyk gezorgt, en Blankaart hadt de oude kindermeid van de Bruid ook verzogt, om meê in de vreugd te delen.

Kinderlyke vooroordelen; dat is 't al, en anders is 't niets. Nooit heb ik my zo misrekent! En niets dan schrik kan my haar bezorgt hebben. Zie daar! daar raken de Harddravers met een poot of drie in een der leizels, die ik bevolen had optestrikken, om toch gereet te zyn, zo dra zy besloot my te volgen. Er was niemand op de plaats dan de Tuinvent. Ik moest helpen of myn beste Paarden verliezen.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek