Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juni 2025
Toen ze nu met middernacht voor de geluksklok stond, schoof ze vlug den zwarten wijzer naar 't huisje aan den overbuurman. Weer begon de klok te ratelen en te brommen van geweld, en, al wist Lize ook vooruit, wat er gebeuren zou, toch liep ze weer verschrikt achteruit. Maar weer nam de kleine klokkenmaker haar bij de hand en plaatste haar voor de klok.
Als Lize hoorde, dat er hier of daar ellende in een huis was, zag ze in hare gedachten den zwarten wijzer op het nummer van dat huis staan. Dan ging ze er heen, om te troosten of hulp te brengen, zooveel ze kon. Nooit dacht ze er weer aan, zelf naar de geluksklok te gaan. Zooals het geluksuurwerk ging, zoo zou het wel het best zijn, begreep ze.
Nu ging de deur open, en de geluksklok was te zien. Voordat ze wist, wat ze deed, stond ze op straat en liep ze den weg op naar de bergen. Voordat ze wist, hoe ze er kwam, stond ze voor de deur van het berghuisje. En de deur van het huisje was open, en de deur voor de klok was open en o, wonder! het mannetje lag voor de open klokdeur en sliep!
"Bovendien, je zou er ook niets aan hebben, want 't is geene gewone klok, 't is de geluksklok van ons dorp, en vertel nu maar aan niemand, dat ik je dat gezegd heb; want dan zou ik mijn' dienst verliezen." "Vertellen! och kom, aan wien zou ik nu iets vertellen!" riep Lize, "ik kom immers nooit bij andere menschen, en niemand komt bij mij."
En Lize, die hoe langer hoe nieuwsgieriger werd om de geluksklok te zien, praatte en vleide en bedelde wel zoo lang, dat het mannetje zei: "Nu, kom dan maar, maar vergeet nooit, dat je mij ongelukkig zou maken, als een ander ooit te weten kwam, dat ik je de klok had laten zien!" Toen sloot hij zuchtende de deur open. Het slot knarste, de hengen piepten, en daar zag Lize de klok.
Toen greep de meestersvrouw Lize bij de handen en keek ze haar zoo dankbaar in de oogen. 't Was, of die twee elkaar voor altijd trouwe vriendschap beloofden. Voort ging de tijd. In alle huizen ging de gewone klok van uur tot uur regelmatig de wijzerplaat rond; maar de geluksklok ging haar eigen weg. Dan kwam het ongeluk in 't eene, dan in 't andere huis.
Ze dankte het mannetje voor de vriendelijke ontvangst en keerde weer naar huis. 't Was intusschen al duister geworden; maar Lize lette er niet op, ze stapte in den droom voort: al hare gedachten waren bij de geluksklok. Voordat ze 't wist, was ze weer in 't dorp. Overal brandden de lichten, in haar huisje was het donker.
Eens vroeg de vrouw van den meester haar: "Zeg me toch eens, hoe het zoo gekomen is, dat je zoo veranderd bent. Vroeger hield niemand van je, nu hebben groot en klein je lief." Dat was eene lastige vraag. Lize mocht niet van haar bezoek aan het mannetje en de geluksklok vertellen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek