United States or Burkina Faso ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nu en dan stijgt een geweldig geloei, als van gewonde bisons, uit den schoot der aarde op, gelijk een kreet van smart en woede van den vertoornden titan.

Aan Oosterweel, verscholen tegen den dijk, volgden zij den steenweg door den Polder. Hier, onder den oneindigen hemelkoepel, was het rustig. Zij hoorden alleen het geloei der koebeesten in de weiden en het klimmend gezang der vogels over de groene, bedauwde vlakte. Sander onderbrak door geen onvertogen woord het zwijgen vol verlangende verwachting.

Het eind van den dam lijkt verdwenen in het grauw van water en lucht. De misthoorn op den Hoek scheurt telkens door de stilte zijn bang geloei. Enkel 'n paar duikelende blanke meeuwen brengen wat vroolijkheid aan. De golven, nog witgekuifd, rollen dreigend aan, maar breken op de buitenste steenen, gooien mij hoogstens wat nijdige, zoute spetters om het hoofd.

Gedurende den nacht werd geen scherp gegil der locomotieven of geen dieper geraas der stoomfluiten van de stoomvaartuigen vernomen, om de stilte en de kalmte van het firmament, waarin myriaden sterren flonkerden, te storen. Soms steeg een langgerekt geloei tot bij het luchtschip op.

Maar de doodsvisioenen duurden. In een nacht, toen hij zoo lag te slapen, meende hij iemand te hooren roepen. Hij luisterde scherp, maar vernam niets meer dan het geloei der golven. Maar dezelfde stem riep weer: "Juliaan!" Ze kwam van den anderen oever, en dit bevreemdde hem te meer, daar de stroom zeer breed was. En ten derden male riep men: "Juliaan".

Een zware vuistslag viel van wederszijde op een borst gelijk de hamer op het aambeeld, en ieder strijder week suizelend achteruit maar dit ontstak nog meer woede. Een somber geloei kwam met de adem ratelend uit hun keel, en zij sloegen zich de armen als twee ijzeren gordels om het lichaam.

Met een stem die zich slechts zelden verhief boven het geloei van den wind over de kale vlakte, zong de oude man een heel oud lied, van toen hij nog een jongen was, en van tijd tot tijd vielen allen in koor in. En telkens als zij hunne stemmen verhieven, werd de oude man vroolijk en zong harder, en als zij ophielden, begaf hem zijne plotselinge energie weder.

Een zoete vreugde daalde van boven neer, den horizont omvademende. Nog nimmer had ik zoo'n oneindigende vrede over het landschap zien dalen. Het laatste roode licht kwijnde weg op de daken. Ik hoorde een buurmeisje lachen en luid gepraat van kinderstemmetjes op den weg, vóór ons. Verderop, door den afstand zwak en flauw, klonk het geblaat en geloei der kudden, die den stal weer opzochten.

Ik sloeg eene groote schildpad gade, die elke tien minuten 60 yards aflegde: dat is 360 yards in het uur, of vier mijlen daags na aftrek van een korten poos om onderweg te eten. Gedurende den broeitijd, als het mannetje en wijfje bij elkander zijn, laat het mannetje een schor gebrul of geloei hooren, dat, naar men zegt, meer dan honderd yards ver gehoord kan worden.

't Gebeurde meer dan eens, dat mevrouw zei: "Mijn hemel! wat ben je toch dom!" en dat zij daarop met een: "Ja, mevrouw," iets zoeken ging in de kamer. Haar kleine gedachten-kring werd nog enger, en het gebeier der klokken, het geloei der runderen zelfs, bestond niet meer voor haar. Alle wezens bewogen zich als schimmen zoo stil.