Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 juli 2025


"Gelief mij te hooren, heer graaf", hernam de Kerel, even onbewogen, "Toen ik eerst op de Markt den moordenaar mijns broeders meende te herkennen, zeide ik tot mijne vrouw dat deze ontmoeting, op zulken dag en in uwe tegenwoordigheid, een ongeluk zou zijn, hetwelk ik diep zou betreuren.

KOOPMAN. Gij weet, met Pinkst'ren was de som verschuldigd, En sedert drong ik niet bijzonder aan, En zou het nog niet doen, maar 'k moet op reis Naar Perzië, waartoe ik geld behoef. Gelief mij dus onmidd'lijk te betalen, Of deze man voert u ter gijz'ling heen. ANGELO. Gelijk bedrag als ik u schuldig ben, Heb ik te vord'ren van Antipholus.

Voor 't oogenblik zal ik u verlaten en u gelegenheid geven u te kleeden: zoo gij inmiddels iets noodig hebt, gelief slechts op den vloer te stampen en men zal zich gereedmaken om aan uw wenschen te voldoen." Met deze woorden nam hij zijn afscheid. "Ik heb haar!" zeide Arkel verheugd, tot zich zelven, zoodra hij de kamer verlaten had.

Ja, geduchte heer, sprak Uilenspiegel, maar gelief het gordijn niet te openen, alvorens de kapiteins en de edelvrouwen van uw hof hier binnen te roepen. Dat zij komen, sprak de edele landgraaf. Op dit bevel traden allen binnen. Uilenspiegel stond voor het dichtgesloten gordijn.

Frumold verliet de zaal en zocht naar den kastelein Hacket. Hij vond hem onder de Loove, met de kommervolle oogen naar het gijselhuis gericht, waar eene gansche schaar Kerels, hetzij staande, hetzij ten gronde zittende, afwachtte wat men in het paleis aangaande hunnen gevangen vriend zou beslissen. "Heer kastelein", sprak hij, "gelief mij te volgen; ik heb u iets belangrijks mede te deelen."

"Ziedaar mijne woning", zeide mher Van Praet. "Gelief mij te volgen, mher Baudewijn. Het middaguur is reeds voorbij. Gij moet vermoeid en hongerig zijn. Wees mijn gast." Baudewijn hield hem staan en zeide in gedachten, als hadde hij geene acht op deze uitnoodiging geslagen: "Er moet evenwel een middel zijn om 's graven schat uit hunne handen te krijgen!

De handeling van haar man beviel haar ook inderdaad niet, en zij begreep Lewin dadelijk. Juist om dit fijn gevoel hield Dolly van hem. "Ik heb het zoo verstaan," ging Lewin voort, "dat u mij wellicht wenschte te zien en heb mij daarover zeer verheugd. Mij dunkt, er moet u, een huisvrouw uit de stad, hier veel ruw en wild voorkomen. Als u iets noodig heeft, gelief dan over mij te beschikken."

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek