Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juli 2025


Het geestelijk leven in Noorwegen in de eerste periode na 1814. In de periode, die op 1814 volgde, was het geestelijk leven in Noorwegen aan eene diepe depressie ten prooi. Eén ding was er, dat met recht de geheele aandacht van alle menschen, die tot geestelijken arbeid in staat waren, in beslag nam de inrichting van den nieuwen staat en van zijne organen.

Het waren vier geestelijken, en bij 't zien van de wonderbaarlijke uitrusting, het magere paard en heel het potsierlijk voorkomen van onzen held nam een hunner het woord en riep terug: "Hoor, mijn beste heer, zoo gij ons iets van belang hebt mede te deelen, doe dat wat kort en bondig en houd ons, als 't wezen kan, niet op.

Het zelfgevoel der burgerijen, dat zich zoo krachtig deed gelden tegenover den adel, verloochent zich ook niet tegenover de geestelijken. Niemand heeft dat deel van het aangroeiend zelfgevoel beter vertolkt dan diezelfde BOENDALE, dien wij zoo even over den adel hoorden spreken.

Hij was van den geestelijken stand en had zijn examen al gedaan, toen zijn vroeger verstandige en vlugge kop op eens van streek raakte en niemand raad meer met hem wist. "De candidaat woonde eenige jaren in het gekkenhuis en hield zich stil en bedaard, totdat hij op eens op de gedachte kwam, dat hij zijn verstand weerom had gekregen en dat hem niets meer haperde.

Velen van deze knapen blijven hun leven lang op het eiland; zij mogen niet huwen, maar zijn daarentegen van kost en inwoning verzekerd, vrij van de militaire dienst en van alle huiselijke zorgen. Enkelen treden in den geestelijken stand.

Men had zoo lang en zoo veel van de heerschzucht der Spanjaarden en Geestelijken geleden, dat men, toen het meerendeel der ingezetenen blijken gaf der hervorming toegedaan te zijn, verlangde van de Spaanschen en Roomschen geheel ontslagen te worden.

Dan eerst komt de dichter tot kalmte; hij zet uiteen wat er gebeurd is, zonder vragen, zonder uitroepen. Maar aan het eind van zijn verhaal is hij opnieuw onder den indruk gekomen. Het vlamt weer op in hem: Gij heeren, gij prinsen, gij baronnen... Kerk van Rome, trek het zwaard! Maar de voorname geestelijken hebben wel wat anders te doen! Wat doet gij ter wille van de Kerk? Wie volgt JEZUS na?

De vrome monnik bracht den onttroonden Koning naar een hut, waar hij hem verder geestelijken raad gaf en hij beval hem op deze plaats te blijven, zoo lang dit God zou behagen. »Wat mij betreft«, sprak hij, »over drie dagen zal ik uit deze wereld scheiden; dan moet gij mij begraven, mijne kleederen aantrekken en tenminste een jaar hier blijven om honger en koude en dorst te lijden uit liefde voor onzen Heer, opdat Hij zich over u ontfermeZooals de kluizenaar voorspeld had, gaf hij drie dagen later den geest.

Uilenspiegel antwoordde: Alle dekenen, parochiepapen, geestelijken, kosters en andere hooge en lage zotskappen, die ons allerhande domheden willen doen slikken. Was ik een noeste arbeider geweest, dan was ik voor drie jaar mijn dagloon bestolen, met hunne bedevaart. Maar 't is de arme Klaas, die betaalt.

De massa der bevolking leefde stil en eenvoudig, naar voorvaderlijke zede, in eerbiedige onderwerping aan het eeuwenoude gezag van den wereldlijken of geestelijken heer, onbekend met hetgeen daar buiten in de wereld geschiedde, ten eenemale vreemd aan de politiek en wat daarmede samenhangt.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek