Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 mei 2025
Daarbij had zich hare kleine hand onder de plooien van haar kleed van ongeduld tot een vuist gebald, maar Octavianus sloeg de oogen neder, en zeide luchtig: »In den oorlog beschikt de overwinnaar over het bezit van den overwonnene, doch mijn hart verbiedt mij tegenover u, die zoo ver boven het alledaagsche verheven zijt, algemeen geldige wetten in toepassing te brengen.
Ze zijn door uw schoten verschrikt geworden. Waarom schiet gij ook op menschen die u geen stroobreed in den weg leggen! En bovendien, 't waren niet mijn, maar 't waren uw paarden. Ik ben uw knecht niet en behoef er niet op te passen! Durft ge dat te zeggen! Daar, dat hebt ge ervoor! Hij had zijn geweer in de rechterhand genomen en de linker tot een vuist gebald, waarmede hij mij dreigde te slaan.
Immers is daar, terstond na zijn vertrek, het rumoer al meer en meer luidruchtig geworden: woeste kreten, scheldwoorden, bedreigingen, volgen elkander op: menige vuist is gebald, menige arm heeft zich opgeheven: en reeds heeft dezelfde fielt met het roode buis, die Smit gedreigd had met het lot van De Witt, zich gebukt om een steen los te maken en zoo het eerste sein tot vernieling en plundering te geven.
Een oogenblik te voren had hij zijn vuisten in de lucht gebald, zijn oogen waren opengesperd en zijn gezicht door hartstocht verwrongen; nu zakte hij in elkaar in een stoel, kuchte kleintjes en beefde bij de gedachte, dat hij een verborgen schurkenstreek zelf aan 't licht had gebracht. Na een korte stilte, waagde hij het naar Nancy te zien.
Met 'n gewicht alsof 't heele bedrag van 't geaccepteerd wisseltjen in kopergeld aan z'n hakken gehecht was, stapte hy over den weg. Hy drukte de linkerhand styf tegen de borst waarop het aan z'n eer toevertrouwd pand rustte, en hield z'n rechtervuistje gebald om den eersten den besten nedertevellen, die blyk geven zou van het opzet hem te berooven, d. i. de heeren Ouwetyd & Kopperlith.
Hunne hooge stemmen galmden al het gejoel en lawaai bòven uit en ze hamerden, ze hamerden.... Lavinius Gabinius, Latinus, de anderen, trokken hen weg, hielpen den "paraziet" op; de "paraziet" stond razend, vuisten gebald; de twee jongens over hem, vuisten gebald; alle drie weêrhouden door al de joelende en lawaaiende anderen. Op de præcinctiones joeg de janitor, met zijn slaven, het volk weg.
Het was niet om den adulescens; trouwens, die had zich al uit de beenen gemaakt.... Het was tegen den hoofdopziener van het Theater en tegen een jongen belluarius, een dierentemmer, die naast hem stond. Dus het moèt?? vroeg de dominus, razend, vuisten gebald. Het moet, dominus, zeide de hoofdopziener kalm. Wat wilt ge; als de Keizer het wil, moet het wel, niet waar....
En hij stond een oogenblik breed, wijdbeens, vuisten gebald, gereed, zag toen de knapen: zij vluchtten weg in hun fladdermantel: hij herkende ze; liep ze na, haalde ze in met een paar wijde stappen, greep ze ieder in den nek.... Zij lachten, zij gilden.... Niet doen! Niet doen! Colosseros! Wij zijn Cecilius en Cecilianus! Kwâjongens! Waar moet dat heen? Naar het Theater! Dominus wacht ons!
Het geleek een berg van licht, iets bovenaardsch, dat alles overheerschte door zijn rijkdom en zijn trots. Toen strekte Mannaëi de armen uit naar Sion, en, hoog opgericht, het gelaat geheven, de vuisten gebald wierp hij zijn vervloeking naar die stad, wanend dat zijn woorden een werkelijke macht in zich hadden. Antipas hoorde het aan, en leek in 't minst niet geërgerd.
Hij had zich daar zoo geplaatst, omdat Frank vóór hem stond, aan den anderen kant der tafel, de oogen glazig wit en bloeddoorschoten, uitpuilend in zijn vuurrood gelaat, met zwellende neusvleugels, den rug gebogen, de vuisten gebald als klaar om op hem te springen. En het scheen alsof Frank wachtte, tot Bertie hem al de modder zijner woorden in het gezicht zoû gespuwd hebben.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek