Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juni 2025
De ratten, die bij duizenden in den romp van den olifant krioelden en de levende zwarte vlekken waren, waarvan wij gesproken hebben, waren, zoolang het licht brandde, op een eerbiedigen afstand gebleven, maar zoodra het hol, 't welk als 't ware haar stad was, weder in duisternis was gehuld, roken zij, 't geen in de sprookjes van Moeder de Gans "versch vleesch" wordt genoemd, kwamen in drommen tegen Gavroches tent stormen en knabbelden op het traliewerk, als wilden zij dit nieuwe soort van muskietennest doorboren.
Een rij groote steenen rondom dit toestel bevestigde het stijf in den bodem, zoodat er van onder niets door kon. Gavroches bed bevond zich onder dat traliewerk als in een kooi. Het geheel geleek de tent van den eskimo. Dit traliewerk verving de gordijnen.
EENIGE OPHELDERINGEN NOPENS DEN OORSPRONG VAN GAVROCHES PO
Hij legde de hand op Gavroches schouder en zeide, op ieder woord drukkende: "Luister, jongen, naar 't geen ik u zeg: zoo ik op de plaats was met mijn dog, mijn dolk en mijn mes, en men gaf mij drie sousstukken, zou ik niet weigeren er mede te werken, maar 't is heden geen vastenavond." Deze zonderlinge woorden brachten een zonderlinge uitwerking op den straatjongen teweeg.
Gavroches verbazing was gewoonlijk van korten duur en verdween spoedig. "Waar wilt ge heen, deugniet?" vroeg de sergeant. "Burger," zei Gavroche, "ik heb u niet gescholden, waarom beleedigt ge mij?" "Waar gaat ge heen, snaak?" "Mijnheer, ge waart misschien gisteren een verstandig man, maar heden schijnt ge het verstand afgelegd te hebben." "Ik vraag u, waar ge heen gaat, schobbejak?"
"Goed." "Wat zullen wij dus eten?" "De appels van den appelboom." "Maar, mijnheer, men kan toch zonder geld niet leven." "Ik heb het niet." De oude vrouw verwijderde zich, de grijsaard bleef alleen. Hij gaf zich aan zijn gedachten over. Ook Gavroche dacht. 't Was bijna donker. Het eerste resultaat van Gavroches overdenking was, dat hij, in plaats van over de heg te klimmen, er zich tegen legde.
De treurige schildering, welke wij ondernomen hebben, zou niet volledig zijn en den lezer niet in de juiste en ware omtrekken deze grootsche oogenblikken van maatschappelijk zieltogen en revolutionnaire worsteling vertoonen, waar stuiptrekking aan kracht is gepaard, zoo wij in deze schets een voorval oversloegen, vol epische afgrijselijkheid en woestheid, dat schier onmiddellijk na Gavroches vertrek plaats had.
Deze diepzinnige opmerking van den straatjongen bracht Montparnasse weder tot bedaardheid en overleg. Hij scheen nopens Gavroches woning een betere meening op te vatten. "Inderdaad," zeide hij, "de Olifant. Is 't er goed?" "Zeer goed," hernam Gavroche. "Op mijn woord, 't is er prettig. Men heeft er ten minste geen tochtwinden, zooals onder de bruggen." "Hoe komt ge er?" "Ik kruip er in."
Bij den muur!" riep Enjolras, "allen op de knieën langs de barricade!" De opstandelingen, die verspreid voor de herberg stonden en bij Gavroches komst hun posten hadden verlaten, ijlden dooreen naar de barricade; maar vóór dat Enjolras' bevel volbracht was, geschiedde een losbranding met het vreeselijk gekraak van schrootvuur. 't Was werkelijk een schrootschot.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek