United States or Liechtenstein ? Vote for the TOP Country of the Week !


De oranjerie klaarde plots in schaterende verlichting op, en de zes en dertig lichtmissen zaten malkander nuchter aan te kijken, bijna hijgend, gelijk jongens die men, onvoorbereid, in koude baden doopt. Milly d'Orval moest rechtstaan en stil in hare handen klappen om hen weer tot bezinning te brengen. Florjan Pacôme zette de eerste aan, en een luidruchtig applaus weerklonk.

Nu, 't was hem gegund! In het heele gezelschap kon men niemand vinden, zelfs niet Florjan Pacôme, die hem benijden wou. Milly d'Orval zette zich, juist in het midden, aan de tafel. Het Joodje zat, innig in de handen wrijvend, aan hare rechterhand, en mijnheer Dubois, de bediamante reeder, aan hare linker. Ernest haastte zich niet.

Hij zag hoe Florjan het briefje had geschreven: lang en mager, gebogen over een taveernetafel, met zijne fijne spitse vingeren alle tien op het geurend papiertje en onhandig de pen langs krulletjes omvoerend. Waarlijk, het briefje geurde. Een gemeene heliotroopreuk walmde boven de kleine ongelijke letters.

Juffrouw Henriëtte, die hare gunsten aan mijnheer du Bessy verkocht en ze af en toe, gratis, ter nagedachtenis van een genoegelijk verleden, aan Florjan Pacôme en een vagen onderofficier der grenadiers toestond, zoude zich onder de meer preciese benaming van straathoer zeer gekrenkt hebben gevoeld.

Toen vroeg hij haar hoe zij zich na het feestje bevonden had, en vertelde haar de praatjes die hij op den klappieklepper van Florjan was te weet gekomen, al dat gewauwel van nijdige menschjes, welke hun spijt uitzabberden in vuilen achterklap. Ze viel hem in de rede. Het docht hem dat ze niet eens geluisterd had. Ernest, sprak ze, hebt ge goed nagedacht over wat gij zijt .... en wat ik ben?

Ernest Verlat slokte in een wip zijn madère door zijn keel, stak eene sigaar op en, nadat hij zijne handschoenen had aangetrokken en Florjan de lange vingeren had geschud, verliet hij onder den beleefden glimlach van madame Morganès de shop en haar gasten. Hij sprong in een huurrijtuig en kwam op een betamelijk uur aanschellen vóor het hotel van den Kortenbergschen steenweg.

A mon tour de cogner! Le faux grand homme, dat was natuurlijk Sörge. Daar kwam nu Sörge ineens op hem af, duwde hem met een ruk neer op een stoel, vleiend: Ho! Ik bid u, zet u toch! Maak het u gemakkelijk. Florjan Pacôme zat.

Florjan was, meende hij, bij uitmuntendheid een huichelaar. Al wat hij deed, aan schilderkunde of anderszins, was tweeslachtig of droeg, duidelijk, den stempel van plagiaat. Florjan had een zeer ontwikkeld assimilatievermogen; maar hij kon het niet, dan op een laag peil en in vieze bedrijven, gebruiken. Gelijk hij bestond echter, toonde hij zich. Daar lette Ernest bijzonderlijk op.

Mijnheer du Bessy voelde gaarne de blikkering van naar hem opgerichte dubbelkijkers en boog dikwijls over juffrouw Henriëtte om haar, zeer hoofsch, eene liefelijkheid in het oor te fluisteren. Hij werd in dat onschuldig bedrijf gestoord door mijnheer Florjan Pacôme, de boudoirschilder, die met groot beslag en eene potsierlijke vrijpostigheid de logie binnenkwam.

't Waren brieven van nauwbekenden, korte woorden van hooge lui of lange plattigheidjes van onderdanen Een brief was er van Florjan Pacôme, den schilder van bar-meiden. Hij herinnerde zich ineens dat hij de smalle puntschoenen van Florjan over de blauwe kerkkareelen had zien ter offerande doorschuiven. De jongen schreef nu over zijne deelneming in Ernest's verdriet. Ernest glimlachte even.