Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 mei 2025
"Het zal vruchteloos zijn; ze hebben het schrift aan den muur gezien; ze hebben de voetstappen van den leeuw in het zand bespeurd; ze hebben zijn naderend gebrul door het woud hooren weergalmen; niets zal hun moed weder verlevendigen!" "Gave God!" zei Fitzurse tot De Bracy, "dat iets zijn moed verlevendigen kon! De enkele naam van zijn broeder jaagt hem de koorts op het lijf.
"Er is nog geen gevaar!" zei Waldemar Fitzurse. "Kent gij zoo weinig de reusachtige leden van uw vaders zoon, dat gij u verbeeldt, dat ze in gindsche wapenrusting kunnen besloten worden? De Wyvil en Martival, gij bewijst den Prins den besten dienst, wanneer gij den overwinnaar bij den troon brengt, en een einde maakt aan eene dwaling, die al het bloed van zijne wangen gejaagd heeft.
Ik ten minste kan het niet raden, of het moest een van de dappere strijders zijn, welke koning Richard vergezelden, en die nu, één voor één, uit het Heilige Land terugkeeren." "Het kan de graaf van Salisbury zijn," zei De Bracy; "hij is omtrent van dezelfde grootte." "'t Is eerder Thomas De Multon, de ridder van Gilsland," hervatte Fitzurse, "Salisbury is een veel zwaarder man."
"Ik zoek geene veiligheid voor mij zelven," hervatte Prins Jan op trotschen toon; "die kan ik door één enkel woord bij mijn broeder verkrijgen. Maar ofschoon gij, De Bracy, en gij, Waldemar Fitzurse, zoo gereed zijt om mij te verlaten, zou ik er mij niet over verheugen, als ik uwe hoofden ginds op de Cliffords-poort zag prijken.
Indien Fitzurse dezen persoon in een buitenvertrek ontmoet had, zou hij voorbijgegaan zijn, zonder er acht op te slaan, en hem voor een der lijfwachten aangezien hebben, maar nu hij hem in de binnenzaal ontmoette, beschouwde hij hem met meer oplettendheid, en herkende den Normandischen ridder, in het gewaad van een Engelschen boogschutter.
"Ik zeg u," hernam De Bracy, "dat ik mij een vrouw wil verschaffen naar de manier van den stam van Benjamin, wat zeggen wil, dat ik in deze zelfde toerusting, de kudde Saksische boeren zal aanvallen, die heden avond het kasteel verlaten hebben, en de schoone Rowena ontvoeren." "Zijt gij waanzinnig, De Bracy?" zei Fitzurse.
Na zijn helm losgemaakt te hebben, zette hij dien op de tafel, en stond een oogenblik, alsof hij zich bezon, eer hij zijn nieuws verhaalde. "De Bracy," zei Prins Jan, "wat beteekent dit? Spreek, ik beveel het u! Zijn de Saksers oproerig?" "Spreek, De Bracy," riep Fitzurse bijna tegelijk met zijn meester; "gij waart altijd een man; waar is de Tempelier? waar is Front-de-Boeuf?"
Terwijl Prins Jan sprak, stond Fitzurse op, en zachtjes achter den stoel van den Sakser tredende, fluisterde hij hem toe, dat hij de gelegenheid niet moest laten voorbijgaan, om een einde te maken aan de vijandigheid tusschen de twee stammen, door Prins Jan zelven te noemen.
"Een bewonderenswaardig wijs plan!" zei Fitzurse, "en naar mijn oordeel niet geheel uw eigene uitvinding. Kom, wees openhartig, De Bracy, wie hielp u het bedenken, en wie zal u bijstaan in de uitvoering, want, naar ik meen, ligt uw bende te York?"
De Bracy had nauwelijks de kamer verlaten, of Prins Jan riep een bediende, en zei tot hem: "Beveel Hugo Bardon, onzen spion, hier te komen, zoodra hij met Waldemar Fitzurse gesproken heeft." Bardon kwam spoedig, terwijl de Prins met ongelijke en wankelende schreden door het vertrek stapte. "Bardon, wat begeerde Waldemar van u?" vroeg hij.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek