Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juli 2025
Zijn gelaat was breed; onder den haviksneus prijkte een knevel, die wel iets had van dien eener kat; de mond was fijnbesneden. Voorts teekende zijn geheele persoonlijkheid kracht en vastheid, »eer gesmeed dan gegoten," om een zijner technische uitdrukkingen over te nemen. Wat Lavater in dat gelaat zou hebben gelezen, moeten wij in het midden laten.
O God, al is hij dan niet meer gelijk voorheen, zooals hij dikwijls naast haar zat, met de glimmend zwarte krulharen en den fijnen knevel scherp geteekend tegen het mannelijk blank van zijn edel welgevormd gelaat; al zijn die donkerbruine oogen, nú de oogen vol geestdrift niet wanneer hij met den fijnbesneden mond aan zijn gretig luisterende leerlinge van den kunstroem der klassieken sprak; al moet de schoone kloeke jonkman, nu ten prooi aan de vreeselijkste ijlkoortsen, slechts de schaduw zijn van 't geen hij zoo kort geleden nog was, ach, kan zij dan vanhier gaan zonder een enkelen blik te werpen in dat vertrek; zonder den juisten indruk te hebben van zijn toestand; zonder hem nog eens, o God! misschien voor 't laatst te hebben aanschouwd?
Men zou hem voor een broer van Cécile hebben kunnen houden: hij had dezelfde fijnbesneden gelaatstrekken, dezelfde kleur van oogen en ook die gemakkelijkheid in houding en manieren, die zijn nichtje zoo goed stond. Maar de uitdrukking van trots en aanmatiging, die Cécile's gezicht soms zoo onaangenaam maakte, zag men nooit op dat van Frits.
Doch de onbekende liet zich niet lang wachten, want eer nog de Sybariet tijd had gehad, eene nieuwe teug wijns nauwkeurig met de tong te proeven, stond een groot mager man, van over de zestig jaren, met een langwerpig fijnbesneden geestig gelaat, naast Rhodopis. Het was Kallias, de zoon van Phaenippus van Athene.
Kinderlijk was hare geheele gestalte, van het fijnbesneden, frissche gezichtje en de lange bruine vlecht op haar rug, tot haar slanke heupen en onafgeronde vormen; en zooals zij daar zat in hare jeugdige schoonheid en beschenen door den vollen gloed van het vuur, vormde zij een vreemd contrast met het sombere vertrek met zijne vele schaduwen en duistere hoeken, zijne ledige stoelen, als wachtende op gebruik, zijne sprakelooze beelden, zijne schilderijen, uit het krijgsmansleven genomen, degens, geweren en jachttropeeën aan den wand en andere versieringen, die er alle uitzagen als waren zij bezielde wezens, die veel dachten en veel zouden kunnen zeggen als zij wilden.
Het portret was dat van een jonge vrouw, met groote, sprekende oogen en donker, golvend haar. Er lag een trek van trotschheid om den fijnbesneden mond en het was alsof de fraaigevormde wenkbrauwen even minachtend opgetrokken waren, iets wat het overigens zeer innemende gelaat bepaald ontsierde.
"Maar mijnheer Debecque," valt Helmond in, terwijl hij in de breede vestibule stilstaande, met eenigszins saamgetrokken wenkbrauwen het fijnbesneden gelaat van den kleinen ouden baron nauwkeurig schijnt op te nemen: "u zegt, als ik wel versta, dat de luitenant uw naam zou kunnen aannemen, en dat hij dan......." "Welzeker!... Maar kom binnen. Hier.... hier asjeblieft.
De plezante bazin, welke gehoord had van het gevecht door Geerten voor haar geleverd, was er door gevleid, en wel inziende hoe onmisbaar hij voor haar bedrijf was, had ze eenigszins berouw gekregen, dat ze hem met Franske bedrogen had ... Maar den jongen, krachtig-levenslustigen roeier met het lenige lijf en het mooie haast fijnbesneden nauw-zongebruinde aangezicht, wilde ze óók niet lossen ... vooral nù niet meer ... Ze peinsde en herpeinsde, wikte en woog, tot heur breed geweten zich tevreden stelde met de zoete oplossing, ze alle beî te houden den jongeren uit groote verwachtende liefde, en in stilte ... den ouderen om zijn diensten, en openlijk ... Zoo was het goed want op Franske, kon ze niet zoo erg rekenen: hij was veel jeugdiger dan zij en vroeg of laat trouwde hij toch eens met zijn eigen lief, waarmee hij kamerde.
Het kontrast was te sterk tusschen dat fijnbesneden gelaat der 19de eeuw, die handen als van eene vrouw, dien eleganten knevel, en den realistischen Herkules van het Trippenhuis, met armen als boomstammen en eene vuist die geschapen scheen om den Oceaan met bezemen te keeren.
Zulk een hals en zulke armen had hij nooit gehad. Werkelijk was de heer Kortenaer een klein en tenger man, met een zachten blos op een fijnbesneden en bijna lelieblank gelaat. Het eigenaardigst in zijn uiterlijk was, dat wanneer men hem in de verte zag aankomen, men gewaand zou hebben een man van hoogstens veertig jaren te zien naderen, terwijl hij er minstens zestig telde.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek