Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juni 2025
"Die hond," zeide Joan met eenige trotschheid, "is op mijns vaders slot geboren: hij is de jongste en eenig overgeblevene zoon van den ouden, getrouwen, die nu lang dood is en die in zijn tijd aan den Graaf van Falckestein had toebehoord, maar hem door de Spanjaards ontnomen was. Mijn vader heeft hem herwonnen." "Uw vader?.... De Graaf van Falckestein.... Knaap! wie zijt gij?"
Onder die genoodigden bevonden zich twee edellieden van voornamen huize, door de banden eener langdurige en trouwe vriendschap verbonden, met namen Ulrich von Daun, Graaf van Falckestein, en Hendrik van Reede, Heer van Sonheuvel. De eerste, een vreemdeling in deze oorden, had zijn goederen in Bergsland gelegen, alwaar hij op het slot van Bruck, aan de oevers der Roer, zijn gewoon verblijf hield.
Op het slotplein gekomen, steeg Falckestein af, bood den Hopman, die zijn voorbeeld volgde, beleefdelijk de hand, en zeide, terwijl een traan hem in de oogen blonk: "Ik heet u welkom op het slot van Bruck: ik mag, helaas! niet meer zeggen op mijn slot. Uw komst alhier belaadt mij met eeuwige schande."
"Met uw vrouw en kinderen, die de krijgskans in onze handen vallen deed, die aan den voet van gindsche galg uw keus afwachten, welke hun lot beslissen moet." "Hoe moet die zijn?" vroeg Eugenio: "septuagies septies..." "Ziet!" zeide Falckestein, naar het slot wijzende: "op dat voorplein staan mijn dappere ruiters geschaard: zij wachten slechts één woord en volgen mij naar uw leger.
Met de gewone krijgseer trok nu de bezetting uit, terwijl de Graaf met zijn gezin den trein besloot. Het scheen, dat alles, gelijk men reden had van te verwachten, in de beste orde zoude afloopen; doch Falckestein had niet gerekend op de kwade trouw der Spaansche verraders.
Zoo voorzichtig en bedaard als zich Falckestein betoonde, zoo haastig en driftig was zijn vriend; niet minder dapper dan Ulrich, bedierf Hendrik meestal zijn zaak door al te grooten spoed en overijling: in den strijd had hij meer dan eens zijn moed op een schitterende wijze doen blijken; doch ook niet zelden, de bevelen zijns opperhoofds niet inwachtende, zich onnoodig in gevaar begeven en daardoor ondank, ja bestraffing, in stede van roem en prijs behaald.
Aan het hoofdkwartier gekomen, vernam de Graaf, dat de Gravin Douairière van Falckestein zich aldaar had aangemeld en een gehoor bij Zijne Doorluchtigheid dringend verzocht. "De Gravin van Falckestein!" zeide Maurits met aandoening: "zij moet vooral niet worden afgewezen. Vergunt mij eenige oogenblikken aan haar te schenken, Mijne Heeren! ik ben straks weder tot uw dienst.
"Die jonkman heeft gelijk," sprak Falckestein: "het ware misschien beter, dat wij om het huis de wacht bleven houden en hem inmiddels naar het naaste dorp stuurden om hulp te halen." "Mij dunkt," zeide Bouke, "dat ik daarginds een deur hoor opengaan. Zouden zij ons geroken hebben? Kwâe doen geeft kwâe vermoên."
"Hij heeft gedaan, wat de plicht der menschelijkheid hem gebood," hernam Falckestein: "God vergezelle hem!" "Amen!" zeide de Jezuïet, zich kruisende. "Ik twijfel niet, of Uw Genade zal thans verlangend zijn eindelijk eens het lot te vernemen, dat haar en de haren boven 't hoofd hangt? Ik ben zoo gelukkig aan dat verlangen te kunnen voldoen.
Falckestein beantwoordde deze vraag kortaf met ja, en liet zijn paard harder voortstappen om een verder gesprek te ontgaan; dan de zwartoogige vreemdeling versterkte zijn tred zoodanig, dat hij in een gelid met den ruiter bleef voortwandelen, wien hij deze nieuwe vraag deed: "Zal Zijn Excellentie ook op de plechtigheid komen?" "Vermoedelijk ja."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek