United States or Cuba ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij liet de tachtigjarige Graaf van Vlaanderen uit zijn gevangenis van Compiègne naar Vlaanderen gaan, hem zijn erewoord afeisende dat, indien hij de aanneming van het verdrag, zoals het bij het Franse Hof was opgesteld, niet kon verkrijgen, hij in de maand mei van het volgende jaar in zijn kerker zou terugkomen.

"Overweeg nu," hernam deze met plechtige toon, "of gij uw leven waarlijk voor de Leeuw, uw heer, durft wagen. De Kastelein van Bourges wil hem op zijn erewoord, voor enige tijd in vrijheid stellen; maar een trouwe en liefderijke onderdaan, moet zich in zijn plaats laten kerkeren." De jonge ridder viel op zijn beide knieën voor de Priester en kuste wenend zijn handen. "O zalig uur!" riep hij.

De edelmoedige krijgsman, die mij ditmaal nog van de banden heeft ontslagen, ontving mijn erewoord dat ik zou terugkeren, zodra de slag zou geleverd zijn." Het meisje liet het hoofd met diepe treurnis op de borst zinken, en zuchtte: "Zij zullen u vermoorden, mijn rampzalige vader!" "Wees toch zo bevreesd niet, Machteld," hernam Robrecht.

Door de verwijdering dezer strijdbare mannen verstout zijnde, gaven de Fransen zich aan alle losbandigheden over, en behandelden de overgebleven inwoners als gekochte slaven . Nochtans waren er veel Bruggelingen, welke door de Fransen niet gehinderd werden en met hen spraken en vrolijk waren, alsof zij met broeders hadden omgegaan; doch dit waren Vlamingen, die hun vaderland verloochend hadden, en de gunst der vreemden door laagheid poogden te verkrijgen: zij roemden op de schandnaam van Leliaard als op een erewoord.

Indien ik nodig oordele mij bekend te maken, zal ik u een teken doen, en gij zult de bijzijnde ridders hun erewoord afeisen, dat zij het geheim van mijn naam zullen bewaren; indien zij dit weigerden, zouden zij mij niet kennen. Ik wil ook niet spreken."

In onze afwezendheid zult gij onze broeder Gwyde als uw heer en Graaf gehoorzamen. "Ons verlaten!" riep Jan Borluut met ongeloof. "Gij keert naar Frankrijk weder? Doe het niet, edele Graaf, zij zullen hun nederlaag op u wreken." "Mijne heren," viel Robrecht in, "ik vraag het u; wie onder u is er, die uit vreze des doods zijn erewoord en zijn riddertrouw zou willen breken?"