Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 mei 2025


Hij vroeg wat mijn gedachten en bespiegelingen waren, terwijl ik in den aap zijn poot lag; hoe het eten smaakte dat hij me te slikken gaf; of ik hield van zoo gevoed te worden; en of de frissche lucht op het dak mijn eetlust gescherpt had? Hij vroeg me wat ik in mijn eigen land in zoo'n geval zou gedaan hebben.

"Neen kind, dank-je, ik heb volstrekt geen eetlust. Alleen heb ik trek in een lekker, zacht peertje. Zouden de onze nog niet rijp zijn? Of zijn ze al opgegeten?" "Neen, Moeder, zeker niet. We hebben ze juist voor u aan den boom gelaten. Wil ik er een paar halen? Er zitten er twaalf aan; ik heb ze van middag nog geteld." "Ja, Dik, dat is goed. Ik heb er veel trek in. Mijn mond is zoo droog."

Men ziet er ook uit dat de ware minnaar slecht moet slapen en weinig eetlust hebben, dat hij verbleekt wanneer hij zijn geliefde ziet, dat hij alleen maar plezier hebben moet in wat zijn aangebedene hem vrijwillig toestaat, maar dat hij natuurlik jaloers is en haar bij de geringste aanleiding van het ergste verdenkt.

Zijn leeftijd?... kon zijn tusschen de veertig en vijftig, en zoowel zijn goede eetlust, die wij opmerkten, als zijn goed humeur getuigden dat hij was in 't volle bezit van gezondheid en krachten.

Zulk een blijk van beleefdheid is toch in elk geval roerend; maar de eetlust wint het van die waardeering, en de gast zal zijn leven op onze tafel eindigen. Den 18den Januari beginnen we met het transport van het bouwmateriaal. Daar de honden weer aan het werk gewend zijn, gaat alles naar wensch.

Zelden had hij eetlust, en gansche dagen, zonder iets uit te voeren, voelde hij zich zwak en moe als na langdurigen, afmattenden arbeid. Toen zat hij stil te hijgen en in dat hijgen hoorde men voortdurend iets heesch en fijn piepen, alsof er in zijn binnenste een klein, benauwd beestje gevangen zat, dat vruchtelooze pogingen aanwendde om te ontsnappen.

Den 12den Maart was ik terug aan boord met nog meer brieven en couranten. Onze derde winter was goed doorstaan. Helaas, dat er op het laatst nog iets heel droevigs moest gebeuren. Wiik werd in de derde week van Maart onwel; maar niet zóó, dat we aan iets ernstigs dachten. Hij had geen eetlust en kreeg den 26sten hevige pijn in de zijde.

Vervolgens ging hij naar de keuken, en daar zette hij zich neer voor het schoon houtvuur, dat in den heerd flikkerde. Hij zag het groot stuk kalfsvleesch of het speenverkentje voor de monniken der abdij braden en bruineeren. Hij had er in gebeten, zoo lekker scheen het. Maar de eetlust ontbrak hem een weinig. En hij bewonderde het braadspit, dat van zelf ronddraaide.

Zoolang wij daar bleven, werd hij aan onze tafel toegelaten, en hij trok er de aandacht, zoo niet door uitgezochte zindelijkheid, dan toch door een onverzadelijken eetlust en onleschbaren dorst.

Harris deed er eer aan als iemand dien de natuur met een flinken eetlust begiftigd heeft. "Kom, kom," zeide hij, "ik zie dat we onderweg niet van honger zullen omkomen! Dat zal ik niet zeggen van dien armen Portugees, van wien onze jonge vriend me verteld heeft." "O!" riep Mevr. Weldon uit, "heeft Dick Sand u gezegd dat we Negoro niet terug gezien hebben?"

Woord Van De Dag

sentimenteelig

Anderen Op Zoek