Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 oktober 2025


Overal echter, waar hij gevaar ducht, ja reeds daar, waar hij hinder heeft van het daglicht, komt hij alleen 's nachts te voorschijn en brengt den geheelen dag slapend door in gaten van den grond of in holle boomen. Alleen in den paartijd leeft hij met zijn wijfje samen, voor 't overige leidt hij een eenzaam leven evenals al zijne naaste verwanten.

Van waar die lieflijke eendracht zoo op eens, Dat vrij van argwaan haat bij haat zich vlijt, En ijverzucht haar vijand ducht noch mijdt.

Hij ducht aanhoudend gevaren, omdat zijn verstand niet groot genoeg is om hem te redden, wanneer een werkelijk onheil hem bedreigt. "Moeielijk zal men wild kunnen vinden," zegt Dietrich aus dem Winckell zeer te recht, "dat zoo licht van streek te brengen is en daardoor ongeschikt wordt om een besluit te nemen.

Neen, neen, afzichtlijk ben ik als een beer; Wat dier me ook zag, 't vlood angstig iedren keer; Geen wonder, dat Demetrius mij ducht, En mij, of ik een monster ware, ontvlucht. Wat leugenspiegel blies mij in, dat ik Mij meten kon met haren fonkelblik? Maar wie is daar? Lysander! op den grond! Dood, of in slaap? Ik zie noch bloed, noch wond. Lysander, vriend! ontwaak, indien gij leeft.

Wanneer zij een Zeehond boven water zien komen, letten zij nauwkeurig op zijne houding en bewegingen, om hieruit af te leiden, hoe zij hem moeten aanvallen. Wanneer het dier geen kwaad ducht, trachten zij het zooveel mogelijk te naderen om met juistheid den harpoen te kunnen werpen.

PUCK. Komaan! komaan! hei, lafaard! komt gij niet? DEMETRIUS. Kom hier dan, als gij durft; maar 'k weet, gij biedt Mij geen gelegenheid, wacht mij niet af, Maar loopt nu hier, dan daar, en ducht uw straf. Waar zijt ge? PUCK. Hier; ik ga u voor; kom na! DEMETRIUS. Gij spot met mij, maar boet het duur, zoodra Ik uw gehaat gezicht bij dag ontdek.

PUCK. Op en neer, heen en weer; Beiden voer ik heen en weer; Burger, boer, elk ducht mij zeer, Kom, Puck, voer hen heen en weer. Daar komt er een. LYSANDER. Demetrius, spreek op! waar zijt ge nu? PUCK. Hier schurk! het zwaard ontbloot, verwacht ik u. LYSANDER. Ik kom en 'k heb getrokken. PUCK. Volg mij dan Naar effen grond! DEMETRIUS. Lysander! zijt ge een man? Spreek, lafaard, vluchtling!

»Die bede zy u toegestaan »Mijn Jonker van Montfoort!" En ijlings was de Jonker heen, Te paard, en voort, en gants alleen; Men wist niet naar wat oord. Aan Medways blaauwen waterstroom Daar rijst een landkasteel. Daar staart een Jonkvrouw van den trans. Heur lieflijk aanzicht blinkt van glans, Als ducht zy 't lot niet veel.

Wie er voor vreeze, ik ducht geen oogenblik, dat onze jeugd ontaard zoude blijken, als haar de middelen ter ontwikkelling niet faalden, zonder hare schuld en tegen haren wensch. Waardoor ontbreken deze? Welligt zal eene wedervraag het kortst tot beantwoording leiden: Wat geeft Engelands handel het overwigt op dien van alle overige volken?

Ja, vliedt, maar door mijn bloed, als u mijn arm ontvall', Niet eer! Wat ducht ge? Een zwerm van hardgespitste rieten! Jaagt die den schrik in 't hart van moedige Arbalieten? Ontzinden! Is 't de pijl, of is 't de zwakke hand Die ze afzendt, die uw kracht ter nederploft in 't zand? Die, waar ge uw knotsen velt in onbedwingbare armen, Hun tengre leden voor uw aanval kan beschermen?

Woord Van De Dag

palaemon

Anderen Op Zoek